Photographer:Fotograaf: Joey Roberts/Simone Golob
Ties van de Werff geïnspireerd door Jürgen Habermas
“Het was 2002, ik was twintig en studeerde gezondheidswetenschappen, beleid en management van de zorg. Ik had een enorme honger naar andere kennis, las veel anti-globalistenliteratuur. Iemand, ik geloof docent Jan van der Made, raadde me Theorie des kommunikativen Handelns van Jürgen Habermas (1929) aan, Duits filosoof, socioloog en prominent lid van de Frankfurter Schule. Een gedrocht van een boek, heel dik, bijna niet te begrijpen. Ik leende de vertaling van Harry Kunneman uit de bibliotheek van Randwijck, het was al dertien jaar niet meer uitgeleend. Ik heb even overwogen om het te jatten, maar besloot het te kopiëren. Die kopietjes heb ik in de kantlijn helemaal volgeschreven. Ik heb zeker meer dan de helft niet begrepen, maar toch was het perfect voor wat ik toen zocht: diepgang en een alomvattende maatschappijtheorie.”
Habermas was de eerste “serieuze” filosoof die Ties van de Werff las, inmiddels zelf filosoof en bezig met een promotieonderzoek. “Zijn werk opende een nieuwe wereld voor mij. Ik was er compleet van ondersteboven. Ik heb zijn theorie, dat het systeem – politiek, staat, economie – de leefwereld van de gewone mens langzaam maar zeker koloniseert, gebruikt voor een superwild paper tegen de globalisering en marktwerking dat we voor een keuzeblok bij GW mochten schrijven. Eindelijk eens een paper in plaats van meerkeuzevragen. Ik ging helemaal los.”
Inmiddels is hij “niet meer zo’n fan van Habermas”. Maar Habermas heeft me de weg gewezen. Daarom is hij mijn held. Zonder hem zat ik nu misschien op een managementfunctie in de zorg ongelukkig te wezen. Mede door hem ben ik vervolgens cultuur- en wetenschapsstudies gaan studeren, kwam ik bij humanistische denkers terecht, de fenomenologie en uiteindelijk de philosophy of mind: zijn we wel zo rationeel en welke rol spelen emoties? Ik onderzoek nu vanuit filosofisch perspectief de rol van neurowetenschappelijk onderzoek in het maatschappelijk debat. Een voorbeeld: hoe kennis over het puberbrein door pedagogen wordt gebruikt om ouders opvoedadvies te geven. Ik kijk naar het praktisch gebruik van de neurowetenschappen in de maatschappij. Wat opvalt is dat onderzoeksuitkomsten over het brein in het debat niet simpelweg als feiten gebracht worden, maar ook antwoord lijken te geven op morele vragen: hoe moeten we opvoeden? Feiten en waarden zijn zo onlosmakelijk met elkaar verbonden.”
Ook Habermas focust op het publieke debat, op de taal, zegt Van de Werff, en ook Habermas vindt dat wetenschappers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten nemen. “Hij trad zelf vaak op in tv-programma’s, schreef veel. Ik heb hem nooit ontmoet. Ik besef wel dat het net zo goed een andere filosoof had kunnen zijn die mij de weg wees, Foucault of zo. Maar het was Habermas.”