Amateurs

19-06-2013

Hoe professioneel moet de universiteit zijn? Die vraag stelde ik mij toen ik op 6 juni mee deed aan het evenement ‘Alpe d’Huzes.’ Voor wie dat niet kent: zesduizend deelnemers fietsen of rennen die dag bij voorkeur zes maal de Alpe d’Huez op in een poging om zoveel mogelijk geld binnen te halen voor KWF Kankerbestrijding. Zelden heb ik een zo gepassioneerde community van deelnemers, supporters, vrijwilligers, organisatoren en sponsors gezien, allen bereid om veel trainingsuren (ik kan erover mee praten), vrije tijd en geld in het goede doel te stoppen.

Tijdens mijn beklimmingen moest ik – geloof het of niet – regelmatig denken aan de universiteit. Niet alleen aan die in Maastricht, maar vooral ook aan de universiteit als instelling. Dat een stelletje amateurs in staat is zo veel mensen te motiveren voor een hoger doel, roept immers de vraag op of de universiteit wel op de juiste wijze wordt bestuurd. Fietsers, hardlopers en wetenschappers hebben veel gemeen: zij doen wat zij doen, niet omdat ze daartoe door anderen worden aangezet maar vanuit een intrinsieke motivatie, in het geval van de wetenschappers om het beste onderwijs te geven en het mooiste onderzoek te doen. De professionele universiteit van vandaag ontleedt het werk van die bezielde en gedreven medewerker echter het liefst op bedrijfsmatige wijze in kwantificeerbare beoordelingselementen voor alles wat hij doet. Dat is gevaarlijk: voordat je het weet is de universiteit verworden tot een koekjesfabriek met door markt en maatschappij gedicteerde doelen waarin wetenschappers nog slechts worden gezien als extern aangestuurde anonieme ‘processoren’ die op ieder moment kunnen worden ingeruild voor anderen. Laat de universiteit haar doelen vooral zelf bepalen met veel ruimte voor de creativiteit en tegendraadsheid van haar staf. Dat bevordert excellent onderwijs en onderzoek in sterkere mate dan een universiteit die inzet op productienormen, administratieve taakstellingen en managers-jargon.

De boodschap van Alpe d’Huzes is dat vergaande professionalisering en bedrijfsmatig werken niet per se tot het beste resultaat leiden. De zaken waar het aan de universiteit in hoofdzaak om gaat (voor wie dat niet weet: lees het net verschenen Universitas? van George Steiner) zijn gebaat bij wat Nobelprijswinnaar Richard Feynman ooit noemde “the pleasure of finding things out”, ruimte om óók af en toe aan te kunnen klooien. Het is goed als niet alleen wetenschappers, maar ook universiteitsbestuurders die boodschap uitdragen. Gaan we voor de universiteit of wordt het back to business?

Jan Smits

 

Amateurs
Jan Smits
Auteur: Redactie
archief

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.