Opinie: De edelmoedige perversiteit van universiteitsmanagers

08-01-2014

Een belangrijke voorwaarde voor innovatief onderzoek – het naast elkaar bestaan van uiteenlopende en vaak onverenigbare onderzoekstradities -  verdwijnt langzaam maar zeker, betoogt de Maastrichtse filosoof René Gabriëls. Hij is verbonden aan het Platform Hervorming Nederlandse Universiteiten en steunt de inspanningen van de Science in Transition-beweging.

Het oogmerk van de managers van universiteiten is edelmoedig: het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Maar de praktijk laat zien dat de professionals die onderwijs geven en onderzoek doen worden onderworpen aan perverse prikkels die fnuikend zijn voor de kwaliteit van hun werk. De nadruk op ‘output’ heeft ervoor gezorgd dat er meer aandacht is voor het financiële rendement van het onderwijs dan aan de vraag of studenten met een goed gevuld rugzakje de maatschappij in gaan. De kwaliteit van het onderwijs staat ook onder druk omdat de professionals aan universiteiten hun status vooral ontlenen aan het onderzoek. Wie zijn status wil verhogen doet er goed aan om de onderwijstaken af te schuiven en zich te concentreren op het verwerven van onderzoeksgelden. Degenen die daar niet (zo goed) in slagen en hun ziel en zaligheid in het onderwijs leggen worden murw geslagen door georganiseerd wantrouwen (accreditaties en disciplineringsgesprekken) en bureaucratische maatregelen die top-down worden opgelegd. Dit verhoogt niet alleen de werkdruk, maar ondermijnt ook de motivatie om te doceren en daarmee de kwaliteit van het onderwijs.

De overheid is terecht van mening dat innovatief wetenschappelijk onderzoek onontbeerlijk is voor een concurrerende economie. Een belangrijke voorwaarde voor innovatie in de wetenschap is theoretisch en methodologisch pluralisme: het naast elkaar bestaan van zeer uiteenlopende en vaak onverenigbare onderzoekstradities. Aan deze voorwaarde wordt echter steeds minder voldaan. Onderzoekers moeten zich steeds vaker houden aan normen die het theoretisch en methodologisch pluralisme ondermijnen. Empirisch onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat het zich conformeren aan Angelsaksische standaarden  de verscheidenheid en daarmee de innovatie in het wetenschappelijk onderzoek terugdringt. In plaats daarvan is er meer van hetzelfde. De managers die aan het roer van universiteiten staan hanteren kwantitatieve criteria (aantal publicaties, score op de citatie-index, etc.) om professionals de maat te nemen en geven zich geen rekenschap van kwalitatieve criteria en substantiële verschillen tussen disciplines. Zij kunnen ook niet anders omdat ze niet de expertise hebben om kwalitatieve criteria vast te stellen. Wat zij wel kunnen is beter luisteren naar het geluid van professionals.

Dat dat nauwelijks gebeurt heeft te maken met het feit dat een publieke instelling als de universiteit niet democratisch, maar autocratisch wordt bestuurd. Met de invoering van de MUB in 1997 werd een einde gemaakt aan de effectieve controle van universitaire bestuurders. De universiteitsraad heeft weinig invloed op de besluiten van het College van Bestuur. Kritische geluiden worden ook minder gehoord omdat veel universiteitskranten zijn verworden tot reclamebladen. Sinds universiteitsraden met de invoering van de MUB geen controle meer hebben over het budget, kan gemakkelijk veel geld verspild worden aan de topsalarissen van CvB’ers, marketing en outsourcing.

Uit het werkbelevingsonderzoek van 2012 blijkt dat er ook aan de UM grote onvrede is onder medewerkers. Die is grotendeels te wijten aan de genoemde punten. Er is gelukkig hoop op verbetering. Terwijl Jo Ritzen en Gerard Mols de kloof tussen de stuurkamers van de UM en de werkvloer hebben vergroot, doen Luc Soete en Martin Paul een poging om deze te overbruggen. Zo hebben laatstgenoemden het initiatief genomen om met de initiatiefgroep Science in Transition (www.scienceintransition.nl) op 21 januari in debat te gaan. Net als deze initiatiefgroep maakt zich Platform Hervorming Nederlandse Universiteiten (www.platform-hnu.nl) sterk voor een serieuze verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek. Beide initiatiefgroepen vullen elkaar goed aan en hebben gemeen dat ze zich ernstig zorgen maken over ontwikkelingen in het hoger onderwijs. Verhef uw stem en ondersteun ze.

René Gabriëls, filosoof aan de faculteit cultuur- en maatschappijwetenschappen en lid van het Platform Hervorming Nederlandse Universiteiten

 

Auteur: Redactie
Categoriëen:

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.