De kosten van kennis: het kan anders

Medewerkerscolumn

16-04-2014

Academisch-juridisch Nederland is boos. Vorige week publiceerden 63 hoogleraren een open brief aan Kluwer, de belangrijkste juridische uitgever in Nederland. Ik was één van hen. De reden is voor elke wetenschappelijke discipline van groot belang: de prijs die commerciële uitgeverijen aan de universiteiten vragen voor toegang tot informatie die voor een belangrijk deel door die universiteiten zelf wordt geproduceerd. In het geval van Kluwer zijn de cijfers schokkend. De Nederlandse universiteiten betalen samen bijna € 1 miljoen per jaar aan Kluwer voor toegang tot digitale informatie. Aan de Stichting PRO wordt vervolgens € 2 miljoen betaald voor overnames in readers en aan de Stichting Reprorecht nog eens € 2 miljoen voor losse fotokopieën. Het grootste deel daarvan komt ook terecht bij Kluwer, dat verreweg het grootste marktaandeel heeft. Die € 5 miljoen samen zou misschien nog acceptabel zijn als al die publicaties door derden waren geschreven, maar dat is niet het geval. Het overgrote deel wordt geschreven door universitaire auteurs. Universiteiten betalen dus dubbel: zij betalen eerst het salaris van de auteurs en vervolgens moeten zij diep in de buidel tasten om die publicaties voor studenten en staf beschikbaar te maken. Over het plaatsen van de pdf in open access doet de uitgever moeilijk.

Een soortgelijke situatie in de bètavakken leidde twee jaar geleden tot een oproep van de Britse wiskundige Timothy Gowers om Elsevier, die andere grote uitgever, te boycotten. Zijn petitie (www.thecostofknowledge.com) is inmiddels door 14 duizend individuele wetenschappers getekend. In Nederland zijn de VSNU en NWO er inmiddels van overtuigd dat open access de toekomst heeft. Maar op de manier waarop zij dat wensen vorm te geven – in plaats van de lezers gaan de auteurs (lees: de universiteiten) aan de uitgevers betalen – valt veel af te dingen. De werkelijke vraag is daarom of de huidige wijze van wetenschappelijk publiceren niet haar langste tijd heeft gehad. Voor mij is dat een retorische vraag. Wat wij van uitgeverijen willen (maximale toegang tot kennis die met publiek geld is vergaard en organisatie van de peer review) kunnen wij als wetenschappers zelf vaak beter. Recente initiatieven wijzen de weg. Op het terrein  van de bètawetenschappen richtten prestigieuze onderzoekfinanciers samen het elektronisch tijdschrift eLife op als alternatief voor Nature en Science. Sinds 2012 raadt Harvard zijn staf af om in andere dan redelijk geprijsde tijdschriften te publiceren en stelt geld beschikbaar voor open access initiatieven. Ook iets voor de UM?

Jan Smits, hoogleraar Europees privaatrecht

De kosten van kennis: het kan anders
Jan Smits
Auteur: Redactie
Tags: smits

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.