Geneeskunde is een zesjarige studie, waarbij studenten na het behalen van een bachelor-graad geen andere keus hebben dan het volgen van een driejarige master, bestaande uit de coschappen. Zelfs als een eventuele wachttijd voor de coschappen - die op sommige universiteiten kan oplopen tot een jaar - niet wordt meegerekend, heeft dat tot gevolg dat een studie geneeskunde twee jaar langer duurt dan de meeste andere studies. Binnen het nieuwe leenstelstel zal dat betekenen dat uitwonende geneeskunde studenten aan het einde van hun studie bijna 7000 euro meer studieschuld zullen hebben dan andere studenten.
Bovendien maken coassistenten in de praktijk vaak werkweken van meer dan vijftig uur per week, waaronder avond- en weekenddiensten. Dit zijn overigens de uren die een coassistent meedraait op de werkvloer, want wanneer de tijd die besteed wordt aan voorbereiding en zelfstudie mee wordt genomen, kom je al snel uit op een studiebelasting van zo’n 60 uur per week. Deze inzet is nodig om uiteindelijk een degelijke arts te worden, maar heeft wel tot gevolg dat het hebben van een bijbaan tijdens de coschappen nagenoeg onmogelijk is. Studenten geneeskunde zullen dus veel minder dan andere studenten in staat zijn de gevolgen van de invoering van het leenstelsel te compenseren door middel van andere inkomsten.
Daar komt nog eens bij dat geneeskundestudenten nog steeds geen stagevergoeding ontvangen voor de periode dat zij coschappen lopen. Andere studenten ontvangen vaak enkele honderden euro’s per maand in de tijd dat zij een stage volgen, maar de coassistent lijkt nog steeds gezien te worden als een gratis arbeidskracht. Een gratis arbeidskracht die, per 1 september 2015, geen andere keus heeft dan zich diep in de schulden te steken om überhaupt stage te kunnen lopen.
Als er niet op tijd wordt ingegrepen, wordt geneeskunde wederom een studie die alleen weggelegd is voor de elite. Het is belangrijk dat we een dergelijke onwenselijke maatschappelijke ontwikkeling vóór blijven door nu al het gesprek aan te gaan over hoe deze onevenredig harde klap voor geneeskundestudenten kan worden opgevangen. Het erkennen van de coassistent als stagiair en het toekennen van de daarbij horende stagevergoeding zou hierin al een stap in de goede richting zijn.
Anna Verhulst
Een verkorte versie van dit artikel verscheen op 2 mei in NRC Handelsblad