Jopie legt het bestek op de tuintafel. Ze hoort de merels fluiten, kijkt naar de rozen, de eerste dahlia en de overvolle kersenboom. Dan hoort ze een welbekend fluitdeuntje. Ze kijkt grinnikend omhoog en ziet Thierry in zijn zolderraam hangen. Hij stuurt haar een handkus. Zij blaast er een terug. “Is die voor mij bedoeld”, roept Tom van een verdieping lager. “Wat dacht je?” Dan pakt ze het emmertje met donkerrode kersen en zet koers naar de keuken. Vanavond maakt ze voor het hele huis ‘kersenkoek’: pannenkoeken met kersen volgens oud-Brabants recept.
Als een grote stapel pannenkoeken de oven in verdwijnt, veegt Jopie een traan van haar wang. Hormonen. Het moet niet gekker worden, ze is zo sentimenteel als een deur. Zíj ja, degene die stoer is en alle kerels onder de tafel drinkt, huilt nu bij het minste of geringste. Vorige week zat ze nog in zak en as omdat Thierry helemaal niet blij – zacht uitgedrukt - was met de zwangerschap. Hij was in paniek, dat zag ze donders goed. Gelukkig repte hij niet over een abortus, dat had ze hem nooit kunnen vergeven. Afgelopen maandag - de vroedvrouw adviseerde een echo omdat ze het hartje niet goed kon horen - zag ze weer de man met wie ze alles aandurft. Geen paniek, maar serieus bezorgd: om haar en hun kind. Hoe opgelucht was hij toen bleek dat het kleine ding in haar buik vrolijk op en neer sprong. Zij kon alleen maar janken. Van geluk dit keer. Op dat moment hebben ze besloten om te gaan samenwonen. In dit huis, zodra iedereen via natuurlijk verloop vertrokken is.
“Jongens, eten”, loeit Jopie door het trappenhuis. Er klappen deuren dicht, geroffel op de trap. Diana neemt de wijn en het water mee, Jopie loopt met de grote schaal pannenkoeken de tuin in. De heren vallen meteen aan. “Ho, ho ho”, roept Jopie terwijl ze met haar mes tegen een waterglas tikt. “We willen nog wat zeggen.” “We?” vraagt Jerry. “Wie is we?”, wil ook Tom weten. Jopie kleurt rood, Thierry kijkt geamuseerd. “Nou, Thierry en ik. We gaan samenwonen.” Ze gooit het eruit, maar in plaats van de doodse stilte die ze had verwacht, begint de rest meteen te protesteren. “Geen sprake van”, roepen Jerry, Tom en Diana in koor. “Je denkt toch niet dat we jullie met dat kind alleen laten? Wie moet er dan oppassen als jij naar je dispuut gaat en Thierry er hoognodig een avondje uit moet? Precies, oom Jerry of oom Tom, en tante Diana als ze een weekendje over is.” De drie kijken triomfantelijk in de richting van Jopie. Er welt weer een traan op, ze probeert hem niet te verbergen en kijkt van de een naar de ander, ziet Thierry instemmend knikken en heft dan haar glas: “Op Huize Broeders en Loeders, forever.”
EINDE