De koloniale tijd heeft zijn sporen achtergelaten in Indonesië. De infrastructuur, de architectuur, de taal en soms zelfs de keuken kunnen onmiskenbaar Nederlands zijn. Het is het werk van vele generaties bekende en vooral onbekende Nederlanders. Wie kent nog mevrouw Van Bronkhorst? Ze bedacht honderd jaar geleden een rundvleesstoofpotje dat nu nog in Indonesische eethuisjes als brongkos kan worden besteld.
Terwijl architectuur en infrastructuur danig in verval zijn, zijn de sporen in de taal ook door slecht onderhoud niet meer uit te wissen. Duizenden woorden in het Indonesisch en Javaans zijn in feite onvervalst Hollands. Soms is dat meteen duidelijk (ritsleting, stopkontak), soms is enig nadenken vereist (het Javaanse piet staat voor fiets). Dat nadenken leidt dan weer tot verrassende inzichten, want het mysterieus erotische zinnetje toples di taplak blijkt slechts uit te drukken dat de stopfles op het tafellaken te vinden is.
Wie het over taal heeft, heeft het ook over het recht. Recht kan immers niet zonder taal. Indonesiërs spreken niet alleen een taal met oneindig veel herkenningspunten voor Nederlanders, maar zij hebben ook hun denkwereld geordend met de concepten van het Nederlandse recht. Toen bij de onafhankelijkheid ervoor werd gekozen het Nederlandse recht te handhaven (Art. II overgangsbepalingen Grondwet 1945), werd een land gecreëerd dat in het denken over recht en staat moeilijk van Nederland te onderscheiden is. Privaatrecht, strafrecht, bestuursrecht, faillissementsrecht, constitutioneel recht, het lijkt net of je thuis bent gebleven. Een Indonesische verdachte die zich beroept op "nietigheid van de dagvaarding" omdat "het legaliteitsbeginsel" niet in acht is genomen spreekt wat mij betreft verstaanbaarder Nederlands dan Nederlandse politici die zich beklagen over de godsdienstvrijheid.
Zo bezien zijn er 260 miljoen Nederlanders meer dan we altijd gedacht hadden. Maar zoals Groningers nooit iets van carnaval zullen begrijpen, zo valt de Nederlandse jurist in Indonesië van de ene verbazing in de andere. Het dagelijkse leven van Indonesische "Hollanders", bijvoorbeeld op de juridische faculteit, blijkt soms verrassend anders te zijn. Gelukkig hebben we het Nederlands nog voor een één-op-één-beschrijving van wat er in Indonesië gebeurt, want dat voordeel blijft: in wezen denken Indonesiërs en Nederlands hetzelfde. Alleen doen ze het daar een beetje anders.
Fokke Fernhout