Rendementsdenken: komen we verder?

Medewerkerscolumn

21-04-2015

De afgelopen maanden heb ik regelmatig moeten denken aan het lied Aan de Amsterdamse Universiteit van de briljante tekstdichter Joop Visser (bij het grote publiek beter bekend uit een eerder leven onder de naam Jaap Fischer). Steeds wanneer werd bericht over Bunge- en Maagdenhuis hoorde ik Visser ergens diep in mij zingen: ‘Want de Amsterdamse Universiteit/bruist van aktie en van strijd/voor de Amsterdamse universiteit/Leve de kwaliteit.’

En nu is Louise Gunning opgestapt. Zelden zal het vertrek van een bestuurder zo weinig gaan bijdragen aan de oplossing van een probleem. Tot een einde van het door de demonstrerende studenten en stafleden gehekelde ‘rendementsdenken’ gaat haar vertrek immers niet leiden, niet aan de UvA en evenmin elders in het hoger onderwijs. De Nederlandse universiteiten zijn nu eenmaal publieke instellingen die voor het overgrote deel worden gefinancierd met belastinggeld. De verantwoordingsplicht die daaruit voortvloeit wordt – terecht – opgelegd door de overheid. Wie vindt dat die verantwoording, en de daaruit voortvloeiende prestatie-indicatoren, anders moet worden ingericht, moet vooral ook de minister aanspreken. Ook de inwilliging van veel andere eisen van de Nieuwe Universiteit behoort helemaal niet tot de bevoegdheid van universiteitsbestuurders, die inderdaad (daar hebben de demonstranten gelijk) grotendeels zijn verworden tot radertjes in een hiërarchische overheidsorganisatie. Ook ik zou, als onverbeterlijk Romanticus, graag zien dat de politiek universiteitsbestuurders op hun blauwe ogen gelooft dat zij met ongelimiteerd gemeenschapsgeld prachtige dingen doen, maar ik heb niet de illusie dat dit gaat gebeuren.

Dit betekent niet dat de universiteiten zelf niets kunnen doen aan een te ver doorgevoerd rendementsdenken. Net zoals veel andere universiteiten neemt de UM haar faculteiten de maat aan de hand van de zg. balanced scorecard, een door bedrijfseconomen Robert Kaplan en David Norton ontwikkeld instrument voor het behalen van lange termijndoelstellingen in organisaties. Het probleem met dit soort prestatie-indicatoren is dat wat niet meetbaar is, geen rol speelt bij de beoordeling. En wat wél meetbaar is (aantal studenten, studiesucces, aantal promoties, aandeel staf met BKO, etc.) vangt niet de essentie van de universiteit. Toch is hier reden voor hoop. Mijns inziens kunnen typisch universitaire waarden wel degelijk beter worden gemeten dan de weinig tot de verbeelding sprekende UM-scorekaart nu doet. Mijn voorstel is om op zijn minst de elementen academisch debat, community, bijdrage aan intellectuele ontwikkeling, vernieuwingsdrang, diversiteit in onderwijs en onderzoek en communicatie toe te voegen. Het kost misschien enige moeite om die factoren te kwantificeren, maar onmogelijk is dat zeker niet. Zo komen we verder.

Jan Smits, hoogleraar Europees Privaatrecht

Rendementsdenken: komen we verder?
Nieuwe Jan Smitsfoto p.2
Auteur: Redactie
Tags: jan

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.