De vakken die leerlingen op school krijgen, zijn al lange tijd ongeveer hetzelfde. Afgelopen zaterdag kwam de commissie onderwijs 2032 met een advies voor een nieuw curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs. Belangrijke elementen uit het voorstel zijn om Engels een prominentere plaats in het onderwijs te geven, en om meer aandacht te besteden aan burgerschap, persoonlijke ontwikkeling en ICT-vaardigheden.
De maatschappij maakte in de laatste decennia grote veranderingen door. Zo is de samenstelling van de maatschappij gewijzigd door migratie en de vorming van de Europese Unie. Ook de vraag vanuit de arbeidsmarkt is veranderd. Steeds meer taken worden overgenomen door machines en robots waardoor ‘menselijke’ vaardigheden belangrijker worden. Het ligt voor de hand het onderwijsprogramma aan te passen. Hoe het er idealiter uit zou moeten zien? Dat is een lastige puzzel. Dat wat je in het ene vak leert kan van belang zijn bij het verwerven van kennis voor een ander vak. Sommige dingen leer je beter op een jonge leeftijd en andere dingen als je wat ouder bent. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat jonge kinderen veel ontvankelijker zijn voor het leren van een taal. En een goede basis in rekenen is nodig voor wiskunde of andere vakken. Over deze relaties en over het belang van kennis en vaardigheden voor het verdere leerproces en later in het leven is echter nog te weinig bekend om goede keuzes te kunnen maken voor een toekomstbestendig curriculum.
Toch liggen bepaalde aanpassingen voor de hand. Een prominentere plaats voor het Engels is een mooi voorbeeld. Engels wordt steeds belangrijker in veel banen. Hbo- en universitaire studies zijn ook steeds vaker in het Engels. Maar als men meer tijd inruimt voor Engels is er minder tijd voor andere vakken. De commissie stelt voor om van de andere vreemde talen een keuzevak te maken. De vraag is of dit voor alle leerlingen goed uitpakt. Tijdens een discussieavond met het Limburgse onderwijsveld die onze onderzoeksgroep onderwijseconomie en de Provincie Limburg in het kader van de Educatieve Agenda Limburg organiseerden (zie www.educatieveagendalimburg.nl) werd duidelijk dat Duits voor veel leerlingen in de grensregio minstens zo belangrijk kan zijn en dat stagebedrijven vaak vragen naar vaardigheid in de buurtaal. Er lijkt een onderscheid gemaakt te moeten worden tussen vwo’ers die waarschijnlijk in beroepen terecht komen waar Engels de voertaal is en vmbo’ers die naar verwachting ook vlak over de grens werk of opdrachten zouden kunnen krijgen.
Het voorstel pleit ook voor meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling op school. Onderzoek heeft de laatste jaren laten zien dat ook de niet-cognitieve ontwikkeling van leerlingen van groot belang is voor een succesvolle (school)loopbaan. Denk aan zelfreflectie, planning en organisatie, communicatievaardigheden enzovoort. Snappen waarom andere mensen anders reageren dan jijzelf op bepaalde zaken kan juist van groot belang zijn.
Hoewel er vanuit de psychologie steeds meer bekend is geworden over het omgaan met emoties en persoonlijke problemen komen de meeste leerlingen nog niet met een vak als psychologie in aanraking, hoewel sommige scholen dit inmiddels wel doen.
Bij een andere invulling van de vakken hoort ook een andere onderwijsvorm. Vandaar dat veel scholen werken aan of nadenken over bijvoorbeeld gepersonaliseerd leren: leerlingen meer op hun eigen niveau en tempo laten leren. Hiermee worden momenteel op diverse Limburgse middelbare scholen interessante ervaringen opgedaan. Scholen vinden deze ontwikkeling belangrijker dan de exacte inhoud van het curriculum, zoveel werd duidelijk tijdens onze discussieavond. PGO-achtig onderwijs zal daarmee de komende tijd het primair en middelbaar onderwijs meer en meer gaan veroveren.
Trudie Schils, onderwijseconoom, School of Business and Economics