“Wees zelfbewust over je expertise, maar luister welwillend naar andersdenkenden”

Prof. Wiebe Bijker neemt afscheid met pleidooi voor “stoere bescheidenheid”

11-05-2017

Hij gaat morgen, op Bevrijdingsdag, nog aan zijn afscheidsrede van 12 mei schaven, zegt Wiebe Bijker, hoogleraar Techniek en Maatschappij. Die is nog niet zoals hij hem hebben wil. Denk niet dat hij te laat is begonnen, de eerste woorden tikte hij een klein jaar geleden. Maar zijn wetenschappelijke boodschap is niet eenvoudig, erkent hij. Tja, “onze wereld ís ingewikkeld, eenvoudige oplossingen bestaan niet”. En dan is er nog zijn zoektocht naar een effectief weerwoord op de ‘alternatieve feiten’, halve waarheden en hele leugens van politici als Donald Trump en Geert Wilders. “Hoe antwoord te geven op Trump? We hebben geen repliek, onze democratie kan er niet mee omgaan.”

Ooit begon hij zijn wetenschappelijke loopbaan met kritiek op de “hoge status” van ingenieurs en wetenschappers. Het waren de jaren zeventig, wetenschappelijke feiten “borrelden op uit laboratoria, wetenschap en techniek waren onaantastbaar en geen onderwerp van democratische discussie”. De jonge Bijker was niet bang en liet met een aanval op de ivoren toren zien dat ook wetenschappelijk kennis de uitkomst is van mensenwerk, dat het via sociale processen tot stand komt, en de feiten minder in beton gegoten zijn dan men tot dan toe dacht.

Inmiddels is hij 66, en vrijdag 12 mei 2017, de dag van zijn afscheid, op de kop af dertig jaar minus een week verbonden aan de Universiteit Maastricht: “Het was nodig. Zo konden we ook over techniek en wetenschap democratische discussies hebben.” Maar pas op, benadrukt hij, “dit betekent niet dat ik vind dat wetenschappelijk kennis geen bijzondere waarde heeft. Dat heeft het zeker wel, niet in de laatste plaats door de methodologie, peer review en onderzoekvisitaties. Het heeft een andere status dan bijvoorbeeld religie of de ervaring van een patiënt. Op het moment dat er door Trump en consorten wordt geroepen ‘dat alles maar een mening is’ - de opwarming van de aarde is in hun ogen net zo goed een mening als dat ik slecht slaap door koffie - gooi je de bijzondere kwaliteit van wetenschappelijke feiten weg. Daar maak ik me zorgen over.”

Tegelijkertijd wil hij niet terug naar dertig jaar geleden. “In die oude wereld konden wetenschappers het eigenlijk niet oneens zijn. Er was immers maar één waarheid, dus een van de twee zou liegen. Inhoudelijke controverse is juist onderdeel van wetenschap. Meestal is 99 procent het eens over een nieuw wetenschappelijk feit. Ook in het geval van de klimaatsverandering zijn er weinig onderzoekers en regeringen die de uitkomsten betwijfelen. Er is een piepklein groepje dat die samen met Trump bestrijdt, en daar kan onze democratie - onderzoekers, politici, journalisten - niet mee omgaan.”

Verontruste moeder

Tekenend hiervoor was de media-aandacht rond de vaccinatie van tienermeisjes tegen baarmoederhalskanker, inmiddels zes jaar geleden. Bijker volgde dat met meer dan gewone belangstelling, als lid van de Gezondheidsraad. Er was onrust onder ouders, was dit wel veilig? “In een actualiteitenprogramma kwamen de directeur van het RIVM en een verontruste moeder aan het woord. De journalist wilde hoor en wederhoor plegen, gaf beiden evenveel spreektijd en creëerde zo het beeld dat die twee visies evenveel waarde hebben. Maar dat is niet zo. Ik neem die ongerustheid van de moeder serieus, maar uit degelijk wetenschappelijk onderzoek blijkt dat vaccinatie echt helpt. Zo ga je niet goed om met de verschillen tussen wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke uitspraken.”

 

Dingetje

Wat behelst het mede door hem ontwikkelde vakgebied, de Science, Technology & Society studies (STS), nou eigenlijk precies? Hij is stil, denkt een tijd na, beide handen voor zijn lippen gevouwen. De leraar in hem (hij gaf na zijn afstuderen zeven jaar natuurkunde op een middelbare school) staat op en zoekt naar de juiste woorden, steeds kijkend of zijn gesprekspartner hem nog volgt. “Wij bestuderen de rol die wetenschap en techniek in onze maatschappij spelen. Techniek is niet alleen een dingetje dat een bestaand probleem oplost. Het gebruik van een technisch apparaat verandert onze maatschappij en ons gedrag ook. Zo hebben de nieuwe technieken voor orgaantransplantatie onder andere ons denken over leven en dood veranderd. Vroeger was je dood of levend. Nu bestaat er ook hersendood als een tussenvorm. Of neem het mobieltje. Dat geeft ons de kans om op de fiets te bellen, maar het verandert ook onze sociale relaties. Familiebanden worden nu op een andere wijze onderhouden, denk aan de familieWhatsapp, Facetime of Skype. Of het internet: in Midden-Amerika stonden volkeren op uitsterven omdat ze heel verspreid over het continent wonen. Nu ze contact via internet houden, blijft het gevoel van identiteit gehandhaafd.”

Weefgetouw

Techniek en wetenschap veranderen de samenleving, maar dat gebeurt ook andersom. “En dat is de kern van mijn werk”, zegt de grondlegger van de sociale constructie van techniek (SCOT) en medeauteur van het invloedrijke boek The Social Construction of Technological Systems: New Directions in the Sociology and History of Technology. “Het zijn niet alleen natuurwetten, wiskundige formules en technische vindingen die bepalen hoe apparaten eruit zien. Ook sociale relaties hebben daar invloed op. Ik kijk dus én naar de techniek (dat begrip mag je ruim opvatten, een IQ-test valt daar ook onder), én naar productiviteitsnormen, esthetische eisen, culturele waarden, wetenschappers, relevante groepen in de samenleving, etcetera. Het gaat ons om de zogenoemde ‘socio-technische ensembles’. Als je die centraal stelt, als je kijkt vanuit STS-perspectief, zie je zaken die anders niet zouden opvallen.”

Als voorbeeld noemt Bijker zijn onderzoek naar handweven in India, een land waar hij veel onderzoek heeft gedaan. “De Indiase overheid wil snel af van deze oude en traditionele industrie die niet meer in een moderne samenleving zou passen, maar die tegelijkertijd de tweede bron (na het boerenbedrijf) van levensonderhoud op het Indiase platteland is. Het is dus van groot belang voor veel mensen. Een Indiase promovenda heeft het socio-technische ensemble van handweven boven tafel gehaald. We keken naar zaken als het weefgetouw, de verf, het spinnen, de verbouw van katoen, de esthetische en culturele normen, contact met klanten. Wat blijkt? In tegenstelling tot wat de overheid denkt, is er wel degelijk sprake van innovatie. Niet in het weefgetouw zelf, maar wel als het gaat om het ontwerpen van patronen (via de computer), het inspelen van wensen van de markt (goedkoper produceren door het gebruik van een grovere techniek), het contact met klanten via de mobiele telefoon en internet. Wij zagen een stabiele vorm van levensonderhoud, iets waar de wevers zich helemaal in konden vinden. Al vinden zij ‘innovatie’ een vies woord. Zij zijn er trots op dat ze een eeuwenoude traditie in ere houden, daar past het begrip innovatie niet zo goed bij. Dat woord hebben we nu vervangen door creativiteit. Zij zijn blij met ons werk nu ze zien dat het STS-perspectief hen helpt om voort te bestaan.”

Juist dat laatste zal Bijker later in het gesprek zijn grootste wetenschappelijke wapenfeit noemen: “Collega’s en studenten zullen op die vraag de uitvinding van de ‘sociale constructie van techniek’ noemen. Ik kies zo aan het einde van mijn werkzame leven voor iets anders. Ik ben heel blij dat ons - je doet dit nooit alleen - werk echt een maatschappelijk effect heeft.”

Referendum

Moet alles wat kan ook daadwerkelijk gebeuren? Die ethische vraagt rijst onvermijdelijk op in een tijdsgewricht waar wetenschap en techniek een steeds grotere stempel op ons leven drukken, aldus Bijker. “Hoe moeten we alle ontwikkelingen democratisch controleren? Het is geen zaak van ingenieurs en wetenschappers alleen, de hele bevolking is erbij betrokken. Onze grondwet, die stamt uit 1848 toen er eigenlijk geen sprake was van een technologische cultuur, heeft geen antwoord. We zullen de democratie dus opnieuw moeten uitvinden willen we de wereld fatsoenlijk onder controle krijgen.” De eerste stappen zijn wat hem betreft gezet. “Een mooi voorbeeld is de maatschappelijke dialoog in 2010-2012 over nanotechnologie in Nederland, georganiseerd door de overheid op advies van de Gezondheidsraad. Bijvoorbeeld over het gebruik van nanotechnologie als kankertherapie. Wie moet je bij die keuze betrekken? Nauw betrokkenen, stakeholders in het Engels, denk aan patiënten, verzekeraars, artsen, wetenschappers. Er was aandacht voor feiten, onzekerheden, normen en waarden en beperkingen. Het resultaat was meer begrip - ook voor de risico’s die ermee gepaard kunnen gaan - en steun voor nanotechnologie.”

Wie denkt dat dit lijkt op een verkapt referendum, heeft het mis. “Ik ben tegen referenda. Democratie gaat niet over snelle besluiten aan de hand van een vaak te eenvoudige vraag. Het is juist een langzaam proces waarbij je per vraagstuk kijkt wie je erbij moet betrekken. Als het niet zo duidelijk is wie de stakeholders zijn, dan is het nuttig om er veel burgers bij te betrekken. Natuurlijk hebben we de Tweede Kamer, maar die 150 leden moeten in deze complexe samenleving gevoed worden met inzichten en deskundigheid uit vele hoeken van de maatschappij om goed te kunnen beslissen.”

Donald Trump

We komen terug bij Donald Trump, hoe hem van repliek te dienen? “We moeten investeren in instituten als NWO, de Gezondheidsraad, het Rathenau Instituut. Ze beschikken over mechanismen om verschillende feiten te wegen en die te vertalen voor een breder debat. Het is belangrijk dat de politiek toegang heeft tot wetenschappelijke kennis zodat zij die feiten naast die van een verontruste moeder kunnen plaatsen.” Uit onderzoek blijkt dat het vertrouwen in wetenschappelijke instituten bij de burger vrij groot is. In ieder geval een stuk groter dan in de journalistiek (“we moeten ook in de journalistiek investeren zodat de verschillende perspectieven op een goede manier aan bod komen”) en de politiek. “Combineer dit alles met een juiste houding van de verschillende deelnemers aan het debat: zelfbewust over de eigen expertise, maar tegelijkertijd welwillend om te luisteren naar mensen met een andere achtergrond: stoere bescheidenheid.”

Prof. Bijkers advies aan studenten

“Mijn vader - hij was hoogleraar kustwaterbouwkunde en werkte mee aan het Deltaplan - schreef voor in zijn proefschrift aan zijn drie zonen: ‘Wat je ook doet, doe dat goed.’ Dat geldt nog steeds. Verder: geloof in jezelf en durf risico’s te lopen. Een beetje eigenwijs is goed, maar verlies nooit je omgeving uit het oog. Hard werken is echt nodig. Een opleiding is een veertigurig programma. Besteed die tijd eraan, gun dat jezelf. Dus zet de schouders eronder, het is zo’n kostbare periode in je leven, je kunt er zoveel uit halen.”

 

Kort CV Wiebe Bijker (Delft, 1951)

Hij studeerde natuurkunde in Delft en filosofie in Amsterdam en Groningen, promoveerde in Twente, werkte daarvoor een aantal jaren als leraar natuurkunde op een middelbare school, was medeauteur van een serie studieboeken voor scholieren, en is sinds 1994 hoogleraar Techniek en Maatschappij aan de Universiteit Maastricht. Hij stond aan de wieg van de researchmaster Cultures of Arts, Science and Technology (CAST), was (onder andere) voorzitter van de vakgroep Technology & Society Studies en decaan van de faculteit Arts & Social Sciences (1996-2000). Hij speelde een centrale rol in de ontwikkeling van het onderwijsprogramma van de Netherlands Graduate School of Science, Technology and Modern Culture (WTMC), en in de oprichting van de European Association on Society, Science and Technology (met zijn Europese masterprogramma ESST). Samen met zijn collega en vriend Trevor Pinch schreef hij in 1987 een van de invloedrijkste boeken op zijn vakgebied The Social Construction of Technological Systems: New Directions in the Sociology and History of Technology. Hij vervulde een lange rij aan functies op nationaal (o.a. Gezondheidsraad, Rathenau, KNAW) en internationaal gebied, en - last but not least - begeleidde tal van promovendi en studenten.

Een greep uit de prijzen: Leonardo da Vinci Medal van de Society for the History of Technology (2012); Officier in de Orde van Oranje Nassau (2009); John Desmond Bernal Prize, gezamenlijke prijs van de Society for Social Studies of Science en de Thomson Scientific (2006); Edmond Hustinx Prijs voor de Wetenschap (1991).

En nu:

Bijker stopt niet helemaal met werken. Hij begeleidt nog vier promovendi, blijft vertrouwenspersoon van de promovendi binnen Fasos en voorzitter van de ethische onderzoekscommissie binnenstad. Dit najaar treedt hij op als voorzitter van de commissie die het adviescollege van de regering, WRR, gaat evalueren. Een dag in de week is hij nog in dienst van wetenschapsorganisatie NWO als voorzitter van de sectie WOTRO en hij houdt zijn (deeltijd) hoogleraarschap aan de universiteit van Trondheim in Noorwegen. “Het gaat in totaal om drie dagen per week. Dat heb ik afgesproken met Tonnie, mijn vrouw.” Met een beminnelijke glimlach: “Ze zal mij daar ook aan houden. We krijgen meer tijd samen en zullen vaker op onze kleinkinderen gaan passen.”

Het afscheidscollege van prof. Wiebe Bijker is op vrijdag 12 mei om 16.00 uur in de St. Janskerk

“Wees zelfbewust over je expertise, maar luister welwillend naar andersdenkenden”
Wiebe Bijker
Auteur: Riki Janssen
Loraine Bodewes
Categoriëen: Wetenschap,

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.