Marieke Hopman (28), promovenda aan de rechtenfaculteit, heeft op de binnenkant van haar linkerpols een tattoo van het silhouet van een roofvogel, ter grootte van een euro.
“Ik deed in 2016 twee keer veldwerk in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) voor mijn onderzoek naar kinderrechten, het recht op onderwijs in het bijzonder. Ik sprak onder andere met kinderen in een vluchtelingenkamp in Kaga Bandoro. In dit gebied strijden Seleka en Anti Balaka, twee gewelddadige rebellengroeperingen, tegen elkaar. Mijn interviews liepen uit. Het was tegen zessen, bijna donker, te gevaarlijk om nog te reizen. Ik heb toen overnacht in de lokale kerk. In mijn bed vreesde ik dat ze elk moment konden binnenvallen en me dood zouden schieten. De kinderen die ik interviewde sliepen altijd zo. Later, toen ik al weg was, zijn het kamp en een deel van het dorp aangevallen en in brand gestoken. Het resultaat: ongeveer veertig doden en bijna zestig gewonden. Dat is allemaal nieuws, maar in het Westen hoor je daar niets over. Als je geluk hebt, vind je met #CARcrisis iets op Twitter.
Afgelopen november ging ik terug om de resultaten te delen en op een dag reden we met de auto over een markt toen een local de deur linksachter open trok en naar binnen wilde. Vermoedelijk om ons te bestelen. De chauffeur greep direct naar zijn wapen, dat hij toevallig die dag niet bij zich had, maar de beweging was genoeg. De binnendringer vluchtte. Ik zat rechtsvoor, dus het verste weg, maar het was heel erg bedreigend.
De tattoo van een roofvogel is voor mij een symbool voor de constante dreiging in de CAR. Het is een warm land, waarin vaak geen wolkje aan de lucht is. Roofvogels cirkelen hoog in de lucht en vormen regelmatig een grote schaduw. Dat is heel intimiderend en naar. Er lopen in de CAR overal mensen met machinegeweren op straat en de politie of het leger zijn afwezig, corrupt, of hebben niets te vertellen. Er is hooguit een aantal VN-soldaten. Er wordt gestolen, geplunderd, verkracht en gemoord.
Tegelijkertijd staat de roofvogel voor mijn positie als onderzoeker. Als een vogel observeerde ik van een afstandje wat er allemaal gebeurde. De tattoo is gebaseerd op een foto die ik er maakte. Ik heb nog proberen te googelen wat voor roofvogel het is, tevergeefs.
Elke keer als ik naar mijn tattoo kijk denk ik aan de levenslessen die ik in de CAR heb opgedaan. Ik weet nu wat doodsangst is en besef sinds die tijd dat ik me altijd als onderzoeker wil blijven inzetten voor kinderrechten, het liefst in kansarme gebieden als de CAR. Onderzoek naar de rechten van kinderen is daar ontzettend hard nodig.”