Lang dachten onderzoekers dat ons brein statisch is en naarmate de leeftijd vordert langzaam afsterft. Sinds 1990 heeft de neurowetenschap een conceptuele sprong gemaakt en wordt het brein als ‘plastisch’ beschouwd: het kan zich ontwikkelen en vernieuwen onder invloed van omgeving en ervaringen. Ook als je boven de tachtig bent. Van de Werff: “Het idee is dat de mens er invloed op heeft, dat het tot op zekere hoogte maakbaar is. Het lijkt daarmee voorbij te gaan aan de discussie over nature or nurture, het is allebei: de omgeving heeft invloed op de biologie.”
Wie even goed kijkt, zegt de jonge doctor die onlangs promoveerde op het proefschrift Practicing the plastic brain; popular neuroscience and the good life, ziet het plastische brein overal in de maatschappij opduiken. Of het nu gaat om opvoeding, gezond oud worden, of stress op het werk. Maar beïnvloedt die kennis ons denken dan ook?
Om dat te achterhalen onderzocht Van de Werff onder andere hoe kennis van het puberbrein zich vertaalt in opvoedingsadviezen. “Sinds kort verklaren we pubergedrag door te wijzen op hun nog niet volgroeide brein. Juist daarom zouden ze ‘s ochtends hun bed niet uitkomen en kunnen ze bijzonder humeurig en opstandig zijn. Deze nieuwe inzichten hebben geleid tot opvoedingsadviezen: geef je zoon of dochter de ruimte zodat het brein zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Daag ze uit, de vitaliteit van hun hersenpan is enorm. Maar stel ook grenzen, want het is tegelijkertijd ook een kwetsbaar brein.”
Is dit revolutionair in opvoedingsland? Nee, zegt Van de Werff. “Opvoeden was altijd al een mix van loslaten en grenzen stellen. Er is iets meer begrip voor de puber, omdat ook de positieve kanten van deze levensfase - grote vitaliteit en groeimogelijkheden - nu in biologische termen onderbouwd kunnen worden.”
Denkspelletjes
Ook de ouderen worden overstelpt met adviezen die voortspruiten uit het onderzoek naar het plastische brein. “Er is een hele industrie ontstaan van computerspelletjes voor senioren met hersengymnastiek en denkspelletjes. Het brein mag achteruitgaan, maar de man of vrouw op leeftijd kan dat compenseren door de hersenen te stimuleren. Dat is de belofte. Er zijn onderzoekers die zweren bij die spelletjes, anderen vinden dat onzin en wijzen erop dat sporten juist heel heilzaam is voor een vitaal hoofd. Wat het advies ook is, het ideaal blijft hetzelfde: aftakeling voorkomen en zo lang mogelijk jong blijven. Een nogal karig idee van goed oud worden.”
Goede mens
Wat hebben die verhalen over pubers en ouderen met elkaar gemeen? “Ik ontdekte dat het in al die breinboeken, artikelen, radio- of tv-programma’s uiteindelijk niet alleen over de werking van onze hersenen gaat, maar ook (en misschien vooral) over het antwoord op vragen als: hoe word ik een goede ouder voor mijn puberzoon of -dochter? Hoe ziet waardig oud worden eruit? Hoe word ik een werknemer die niet bezwijkt onder de hoge werkdruk? Kennis van het brein spreekt niet voor zich. Het moet waardevol gemaakt worden. Het concept van het plastische brein stelt neurowetenschappers, maar ook wetenschapsjournalisten die hun werk vertalen voor een breed publiek, in staat om ‘ethiek’ te bedrijven. Dus geen analyse van een hersencel, maar een antwoord op de vraag: ‘hoe moet ik leven?’ Niet bepaald een nieuwe vraag. Hij was al in het oude Athene (voor de jaartelling) populair. De Griekse wijsgeer Aristoteles was een van de eersten die er een antwoord op zocht: hoe kan ik - kijkend naar mijn mogelijkheden - floreren als individu? We noemen dat deugdethiek.”
Vloek
Er zit veel hoop en vrijheid (ik kan mezelf veranderen als ik dat wil) in deze visie, concludeert Van de Werff. “Het plastisch brein is een hoopvol brein.” Je kúnt een goede opvoeder zijn, je kúnt goed oud worden, je kúnt een gezonde werknemer zijn die niet ten onder gaat aan stress. Heel positief, maar pas op: “Dit hoopvol brein kan een vloek worden als je alles op het individu afschuift en hem verantwoordelijk maakt voor zaken die buiten zijn invloedsfeer liggen. Dan vallen er mensen buiten de boot, want niet iedere zeventigplusser fietst fluitend door de natuur of reist de wereld rond. Wie pech heeft, valt uit, hoeveel sudoku’s je ook hebt opgelost. Hetzelfde geldt voor de docent die door een enorme onderwijslast en ondanks zijn mindfulnesstraining overspannen raakt.” Hij wil maar zeggen: hier is geen plaats voor pech, ziekte, lijden en dood. En dat is zeker een minpunt.
Maar los daarvan, benadrukt hij, is er in principe niets mis mee om mensen aan te sporen om zelf zorg te dragen voor hun eigen leven. “Ook die breinboeken kunnen daarbij helpen, maar ben je ervan bewust dat ze geen eenduidig antwoord geven. Ze zijn niet neutraal, er zit een ethische component in, net als in de Griekse filosofie.”
Lullen
Om te eindigen met de verzuchting dat hij het liefste de hele dag zou discussiëren (of zoals hij zelf zegt “lullen”) over dit soort ethische kwesties. “We moeten geen snelle antwoorden of oplossingen zoeken”, benadrukt hij. De vraag stellen is soms al genoeg om mensen te laten beseffen dat ze een stem hebben in hun eigen leven.