De contacten tussen Maastricht en York zijn niet van gisteren. De twee zijn partner in het Worldwide Universities Network (WUN) en besloten in oktober 2017 officieel tot nauwere samenwerking. Het afgelopen jaar reisden wetenschappers over en weer en die contacten op de werkvloer resulteren nu in vijf thema’s waarop men de krachten bundelt: imaging, toekomst van Europa, agrifood/health, globalisering en data science.
De Acting Vice Chancellor en President van York, prof. Saul Tendler, die eind vorige week Maastricht aandeed, is, net als zijn collega’s van andere Britse universiteiten, bevreesd voor de gevolgen van Brexit, vooral de harde variant: geen toegang meer tot Europese onderzoeksfinanciering zoals het Horizon 2020-programma, dat binnenkort afloopt; geen Europese studenten- en stafuitwisseling meer. De Universiteit van York haalt nu zo’n 15 procent, ruim 11 miljoen euro, van haar jaarlijkse researchgeld uit Brussel, en driehonderd van haar studenten zijn ingeschreven bij universiteiten elders in Europa.
“Deze deal met een world class universiteit is heel bijzonder voor ons. It will prevent us from darkness”, legt Tendler uit. “Ons grote punt op dit moment is de onzekerheid. Het kan zijn dat we op 28 maart de Europese Unie verlaten. Misschien ook niet. Het is onduidelijk wat er met onze relaties in Europa en de rest van de wereld zal gebeuren. Onze samenwerking met de UM creëert zekerheid en helderheid. Het geeft ons de kans om zelf onze toekomst te bepalen.”
Maastricht en York hopen met deze alliantie bij voorbaat de negatieve gevolgen van de aangekondigde uittreding te verzachten. De deal met de UM geeft de zekerheid dat de mobiliteit van staf en studenten enigszins overeind blijft en dat via Maastricht de deur naar EU-onderzoeksgeld in ieder geval niet geheel dicht zal slaan. Omgekeerd kan de UM van Brits onderzoeksgeld profiteren.
Collegevoorzitter Martin Paul ergert zich in toenemende mate aan de Britse politici “die niet in staat zijn om tot een goede regeling met de EU te komen. Als er iets goed werkt, dan is het wel de samenwerking op onderwijs- en onderzoeksgebied. Straks wordt dit misschien over de schutting gegooid. En komt er een Brexit-deal, dan ben ik bang dat onderzoekssamenwerking niet de hoogste prioriteit heeft. Dus nemen wij nu onze verantwoordelijkheid, buiten de politiek om. Ik verwacht dat ons initiatief ook interessant kan zijn voor andere universiteiten in de EU en UK.”
Over drie jaar, zo luidt de verwachting, is de mist rond Brexit opgeklaard. De nu aangekondigde investering moet die periode overbruggen. Daarna gaat het verder, verwacht Paul, die aan gezamenlijke opleidingen en joint degrees denkt.
Waarom York? “We hebben veel gemeen en zijn langzaam naar elkaar toegegroeid, heel natuurlijk”, verklaart Paul. Twee jonge universiteiten van vergelijkbare omvang, met een nauwe band met de regio, inhoudelijk veel aanknopingspunten, en allebei goed aangeschreven. Of zoals Tendler het formuleert: “We zijn allebei excellent in onderzoek en onderwijs. Je moet niet bang zijn omdat hardop te zeggen.” En, ook niet onbelangrijk: “We hebben een klik, ook bestuurlijk”, aldus Paul.
Laatste vraag: hoe gaat de Brexit aflopen? Tendler: “We hópen dat er geen Brexit komt, of dat we eindigen met de zachtst mogelijke Brexit, zoals het Noorse model. Maar ik weet het niet, alles is onzeker.”