"Wààààt, zo’n patatvreter in een PCHoofttractor?"
"Ik denk het wel, pap."
"Krijg nou de grafkanker!"
"Liever niet, zeg."
"En die patatzak met z’n vetschort riep dat je beter een foefbrommer kon pakken dan je fiets?"
"Helemaal, pap."
"Wat zei mama ervan?"
"Muérete maricón, hijo de puta."
"Godsammekrakepitte..."
"Ja... dat zei ze ook nog."
(Korte stilte)
"Wat is dat eigenlijk, een foefbrommer?"
(Fluistert).
"Krijg de vliegende vinkentering. Ik zal ’m wel een kloot afdraaien op Twitter, die Vlaamse patjepeeër."
"Dat mag niet meer pap."
"Hoezo, dat mag niet meer?"
"Dat mag niet meer van Sire."
"Sire, sire? Er is maar één Sire en dat ben ik. Heb ik dat gezegd?"
"Je moet voortaan lief zijn, zegt Sire."
"Potverpillepap... Dat moet Marc van de hallelujabrigade weten. We moeten het onbeschaafd Nederlands redden. Het Limburgs komt later wel. Godsammekrakepitte..."
Fokke Fernhout, universitair hoofddocent rechten