De grootste (25 bij 15 meter) tent kan 55 studenten coronaproof herbergen, de tweede (15 bij 15 meter) heeft plaats voor 40 studenten. De vloeren zijn geïsoleerd, er is verwarming, een ventilatiesysteem en via twee glasvezelkabels is er contact met de Turnzaal zodat een powerpoint-presentatie ook direct in de tent te zien is.
De tenten moesten het tekort aan goed geventileerde onderwijsruimtes opvangen en zouden vooral mastergroepen herbergen die hun onderwijs in principe op de campus volgen. Dit in tegenstelling tot de bachelorstudenten, hun onderwijsgroepen zijn online.
In de praktijk blijkt nu dat het bijna onmogelijk is om een hele onderwijsgroep op de campus te verzamelen, zegt Streefland. “Er is altijd wel iemand online. En als het dan hard waait of regent, kan men elkaar vaak niet goed verstaan. Het is dan te gehorig. Wij zijn nu uitgeweken naar Tapijn.”
Een van de tenten houdt de faculteit achter de hand voor “noodsituaties”, in de andere zijn 25 studieplekken ingericht. Streefland wil dan ook niet spreken van een financiële strop. Al is het nog niet druk in de tent met studieplekken, maar dat komt omdat er weinig studenten op de campus zijn, aldus de directeur.