Een promovenda benaderde in de zomer van 2019 de daarvoor aangewezen Maastrichtse Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) met een hele lijst van dubieuze onderzoekspraktijken. Ze beschuldigde haar promotor, een cardiologiehoogleraar, onder andere van het aandikken van subsidieaanvragen door beeldmateriaal te manipuleren en opzettelijk een verkeerde techniek te noemen. Ook zou de prof de regels rond auteurschap hebben geschonden. Conclusie van de jonge onderzoekster: dit zijn geen incidenten, deze hoogleraar fraudeert aan de lopende band. De klaagster vertelde haar verhaal, op eigen initiatief, aan de redactie van Observant, gestaafd met e-mails en andere documenten. Dit uit vrees dat het anders onder het tapijt geschoven zou worden. Ook meldde ze zich bij het Huis van de Klokkenluiders; deze landelijke instantie heeft haar officieel als klokkenluider aangemerkt.
Niet over het randje
De CWI deed onderzoek en concludeerde: soms had de hoogleraar een fout gemaakt, was ze slordig, maar opzet was niet in het spel. Slechts op één punt is er sprake van “een bedenkelijke onderzoekspraktijk”, namelijk als het gaat om de regels voor auteurschap. Het gaat hier over een artikel dat is verschenen in een proefschrift (waarvoor de cardiologieprofessor verantwoordelijk was). De klokkenluider is een van de vele coauteurs en volgens haar heeft noch zij, noch een andere coauteur de definitieve versie van het manuscript goedgekeurd. Bovendien bleek een van hen, een Duitse professor, helemaal van niets te weten. Hij prijkte zomaar op het lijstje. Onaanvaardbaar, maar niet over het randje van de wetenschappelijke integriteit, vond de CWI vorig jaar.
Second opinion
De klaagster nam geen genoegen met dat advies. Ze trok naar het LOWI dat als een soort landelijke beroepsinstantie fungeert en is ingesteld door verschillende wetenschapsorganisaties, waaronder de universiteiten. Die second opinion is onlangs online gepubliceerd. Het LOWI ziet net als de CWI geen hoogleraar die opzettelijk fraudeert en manipuleert, maar noemt haar werkwijze op meerdere punten onzorgvuldig. Waar het echter aankomt op de kwestie van het auteurschap is het LOWI wél veel strenger: hier is de wetenschappelijke integriteit geschonden.
Onderzoekscultuur
Waar zit ‘m nu dat belangrijke verschil in? Waarom noemt de CWI het ‘slechts’ bedenkelijk gedrag, terwijl het LOWI het als integriteitsschending kwalificeert? De CWI houdt rekening met verzachtende omstandigheden, namelijk “de onderzoekscultuur waarin het proefschrift tot stand is gekomen” en het feit dat het hoofdstuk (artikel) nog niet in een wetenschappelijk tijdschrift is gepubliceerd. Het LOWI vindt dat onzin: “Zo laten eventuele problemen binnen de onderzoekscultuur (…) onverlet dat betrokkene als corresponding author verantwoordelijk moet worden gehouden voor deze ernstige overtreding van de regels over auteurschap.”
Volgens de cardiologiehoogleraar was het echter geen opzet; ze wilde het hoofdstuk ná de verdediging klaarmaken voor publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift en de coauteurs er vanaf dat moment bij betrekken en hun toestemming voor het manuscript vragen.
Op de blaren
In het definitieve besluit doet het college van bestuur “een uitzonderlijke zet”, zoals de rector zelf zegt. Het college wijkt af van het advies van het landelijk adviesorgaan, het LOWI, en volgt de Maastrichtse CWI. Ja, de hoogleraar schoot op sommige punten tekort, was niet altijd zorgvuldig, en ja, ze had de coauteurs eerder in de gelegenheid moeten stellen om commentaar te leveren en de Duitse professor op de hoogte moeten stellen, maar voor deze fout hoeft de wetenschapper “niet haar hele carrière op de blaren te zitten”. Daarom blijft het bij “bedenkelijk gedrag”, zegt Letschert. “We nemen de adviezen van het LOWI heel serieus, maar hier vinden we dat het tot een disproportioneel nadeel leidt voor de beklaagde.”
Gedragscode
Letschert verdedigt de keuze op basis van de nieuwe gedragscode die de Nederlandse wetenschappelijke wereld in 2018 in het leven heeft geroepen en waar ook de CWI de beschuldigingen aan heeft getoetst.
Opvallend is dat het LOWI echter de oude gedragscode als uitgangspunt neemt (die kwam in 2004 tot stand en werd in 2014 aangepast). Want redeneert men: de subsidieaanvragen en artikelen waarover de klokkenluider klaagt, dateren van vóór 1 oktober 2018 (van voor de inwerkingtreding van de nieuwe code).
Maar volgens Letschert zijn de nieuwe gedragsregels er niet voor niets gekomen. De universiteiten hadden volgens haar behoefte aan uitgebreidere ‘wegingscriteria’, zodat niet meteen het zwaarste vonnis hoeft te klinken bij lichtere overtredingen. (Zie tweede kader voor meer uitleg).
En uitgaand van “de ruimte die het overgangsrecht biedt wanneer de oude gedragscode onbedoeld disproportioneel ongunstige consequenties met zich meebrengt”, maakt het college van bestuur in deze casus zijn eigen afweging. Verschillende criteria zijn meegenomen in het besluit. Zo noemt Letschert bijvoorbeeld de ervaring van de hoogleraar, “ze is jong”, en eventuele eerdere misstappen. “Die heeft ze niet gemaakt.”
Geen fraai beeld
Het dossier suggereert niettemin een ander beeld, gezien de lange lijst met klachten, verspreid over verschillende jaren. Van vermeende vervalsing in subsidieaanvragen tot datafalsificatie in een proefschrift. En hoewel het vaak om een fout of onzorgvuldigheid ging, maakt het opgeteld toch geen fraaie indruk. Letschert: “Mensen maken fouten, ook wetenschappers, en het is heel goed om de vinger aan de pols te houden, het is goed dat er een Commissie Wetenschappelijke Integriteit bestaat.” Maar volgens Letschert moeten we voorkomen dat jonge onderzoekers geen fouten meer durven maken, “dat ze onzeker worden en het lab niet meer in durven.”
Prestatiedruk
Daarom houdt de rector ook de eigen instelling een spiegel voor. Werkt de hoogleraar in een onderzoekscultuur, binnen een traditie, waarbij dit vaker kan gebeuren, waarbij het misschien wel ‘gewoon’ is om coauteurs er pas op een later moment bij te betrekken? Een cultuur waarin jonge onderzoekers gebukt gaan onder een enorme prestatiedruk? De rector wil een “zuiver oordeel” krijgen en heeft naar aanleiding van deze casus al eerder besloten om de gang van zaken binnen de betreffende faculteit en onderzoeksschool nader te (laten) bekijken.
Sancties
Of, en zo ja welke sancties zijn opgelegd aan de hoogleraar, houdt de rector voor zichzelf. Hoewel het hele relaas van het LOWI geanonimiseerd is, zou openheid over eventuele disciplinaire maatregelen “vanwege de privacywetgeving” niet mogen, zo laat ze weten.
Wel is duidelijk dat de professor al bijna een jaar out of office is, gezien haar automatische antwoorden sinds die tijd. Of ze de druk niet aankon en daarom thuis is, is niet duidelijk.
Geen reactie
De cardiologieprofessor heeft afgelopen jaar via haar secretariaat meegedeeld (nog) niet te willen reageren. Dit vanwege de vertrouwelijkheid die wordt gevraagd in zowel de CWI- als LOWI-procedure. Op de laatste uitnodiging van Observant – er ligt nu immers een definitief besluit – is tot nu toe geen reactie gekomen.
De klaagster, de promovenda, wijzigde eind 2019 haar houding ten opzichte van Observant. Ze beweerde dat de redactie onder één hoedje speelde met de promotor en het college van bestuur. Sinds dat moment onthoudt ze zich van ieder commentaar.