Het thuis lesgeven gaat beter dan in het voorjaar. “Vooral de leerkracht van Ise heeft de organisatie goed in de vingers. Met de online instructies en ontmoetingsmomenten en het werk dat ze krijgen, is het bijna alsof ze echt op school zit. Dat was in maart-mei helemaal anders, toen waren Mark en ik veel meer tijd kwijt aan het beantwoorden van hun vragen.”
Nu begeleidt hij de jongste in de ochtend, terwijl zij om half acht achter de computer kruipt. “Ik probeer dan later een uur pauze te nemen, in plaats van een half uur. In het voorjaar organiseerde ik het zo dat we toch gewoon om acht uur allemaal klaar waren. Dan gingen we eerst even wandelen. Nu doe ik dat ’s avonds, soms met de kinderen, soms alleen met Mark. Ik ben geen binnenmens. Ik heb het ook meer nodig dan op kantoor. Je ogen worden moe van de hele dag naar het scherm kijken.”
Inkijkje
Het was in maart een hele verandering om thuis aan de slag te gaan, maar het bevalt haar. “Ik ga mijn leidinggevende vragen of ik het na de coronacrisis een paar dagen in de week kan blijven doen. Ik zorg thuis beter voor mezelf en ik ben productiever.”
Dat de gesprekken met studenten nu online zijn, heeft ook zijn voordelen. “Ik krijg letterlijk een inkijkje in hun leven. Soms valt het gesprek even stil en dan begin ik over een poster aan de muur of een muziekinstrument in de hoek. Speel je nog wel eens gitaar, vraag ik dan. Neem je wel tijd voor je hobbies, voor jezelf? Een van de grootste zorgen is dat studenten al maar op hetzelfde kamertje zitten. Als je hele dag zich op een scherm afspeelt en je in die ruimte ook slaapt en eet, dan kom je nergens meer. We merken dat ze vaker angstiger zijn of depressieve gevoelens hebben. Dus dan moedig ik ze aan om pauzes te nemen, in beweging te komen en wat frisse lucht te krijgen.”
Zelf helpt het Penninger om de dag echt af te sluiten. “Ik heb het geluk dat we een extra kamer op zolder hebben. Daar stond al een bureau. Met de stoel van de UM erbij heb ik hier een prima kantoor. Als ik naar beneden ga, ben ik thuis. Dan zeg ik ook tegen mijn vriend, ‘ik ben er weer’ en dan geven we elkaar een kus, net alsof ik echt weg ben geweest.”
Verbouwing
Maar ook zij loopt tegen hindernissen aan. “De buren zijn net na Oud en Nieuw begonnen met een verbouwing. Soms werken zelfs koptelefoons niet voldoende. Dan is het lastig concentreren, ik vind het vooral moeilijk om de kinderen daarmee te zien worstelen. Ook ergeren we ons sneller aan elkaar, zo lang zo veel tijd met elkaar doorbrengen, begint zijn tol te eisen. Bovendien is het makkelijker om werk en privé door elkaar heen te laten lopen. Op je vrije dag even naar je e-mail te kijken, dat deed ik voorheen nooit.”
Angst om zelf corona te krijgen heeft Penninger niet, maar om haar omgeving maakt ze zich wel zorgen. “Vooral voor mijn schoonouders, die hebben een zwakkere gezondheid. Mijn schoonvader heeft van de zomer zelfs een tijd op de intensive care gelegen, terwijl het niet duidelijk was wat er met hem aan de hand was. Daarna heeft hij nog een hele poos moeten revalideren. Mijn schoonmoeder heeft af en toe bij ons gelogeerd of Mark was bij haar in huis. Dat was een zware periode, toen heb ik tijdelijk minder uren gewerkt.”
Niet op reis
Het gezin houdt zich strikt aan de richtlijnen van het RIVM. “Ik denk ook dat het heel hard nodig is, de zorg kan het nu al bijna niet meer aan. De kinderen mogen met andere kinderen spelen, maar volwassenen zien we nauwelijks en dan nog het liefste buiten. Dat ik met Kerst niet bij mijn ouders en mijn broer en zijn gezin kon zijn is heel lastig, maar dat gaat gewoon niet.”
Ze is blij dat het vaccin er is. “Ik vind het niet spannend om het te krijgen, maar ik weet niet of het ons snel terug naar ‘normaal’ brengt. Alles duurt langer dan men oorspronkelijk dacht, dus ik heb de kinderen maar alvast gezegd dat we ook deze zomer waarschijnlijk niet op reis zullen gaan.” Sowieso vraagt Penninger zich af of alles weer precies hetzelfde zal zijn na corona. “Wie weet blijven we vanaf nu wel altijd eerder thuis – waar we gewoon kunnen doorwerken – als we een hoestje of lichte verkoudheid hebben. Je bent en blijft bewuster van besmettingsgevaar lijkt me.”