Op 17 mei jl. werd bij mijn vader slokdarmkanker vastgesteld. Mijn vader had die dag ‘zwart bloed’ gebraakt en er vond daarom, na enig aandringen van onze kant bij de spoedeisende dienst, een gastroscopie (d.w.z. een kijkonderzoek naar de binnenkant van de slokdarm en de maag) plaats in het ziekenhuis. Tijdens die gastroscopie werden tevens ‘hapjes’ (biopten) genomen voor onderzoek. Ook al zou de uitslag van de biopten nog vijf dagen op zich laten wachten, de diagnose stond voor de artsen blijkbaar al vast; wat zij hadden gezien, daarover was geen twijfel mogelijk.
Toen de uitslag van de biopten geen kanker uitwees, bleef de diagnose slokdarmkanker gehandhaafd. Wellicht mede omdat de PET-CT-scan liet zien dat er in de slokdarm een verhoogd glucoseverbruik plaatsvond, wat op de aanwezigheid van kanker kan duiden. Dat het bioptenonderzoek geen kanker uitwees, kwam hoogstwaarschijnlijk omdat het ‘dood weefsel’ betrof, aldus de artsen.
Gerechtelijke dwalingen
Zelf ben ik werkzaam in het strafrecht, in de wetenschap en de praktijk. Een fenomeen dat de laatste decennia veel aandacht krijgt is de gerechtelijke dwaling. Denk hierbij aan de Puttense moordzaak, de zaak Lucia de Berk en de Hilversumse showbizzmoord. Eenvoudig gezegd: een verdachte wordt dan veroordeeld voor een strafbaar feit dat hij niet heeft gepleegd – iets wat pas later aan het licht komt. In medische termen: er wordt een verkeerde diagnose gesteld.
Een gerechtelijke dwaling wordt vaak mede veroorzaakt door een gebrekkig falsificatieproces: initieel belastend materiaal leidt tot een tunnelvisie en mogelijk ontlastend materiaal dat daarna volgt, wordt ofwel terzijde geschoven ofwel zodanig geïnterpreteerd dat het binnen de tunnelvisie past. Een adequaat falsificatieproces houdt daarentegen in dat mogelijk ontlastend materiaal serieus wordt genomen en zo nodig tot aanvullend onderzoek leidt.
Hoewel gerechtelijke dwalingen nooit helemaal zullen kunnen worden voorkomen – waar mensen werken, worden nu eenmaal fouten gemaakt –, geldt niettemin dat iedere gerechtelijke dwaling er één te veel is, niet alleen vanwege de geloofwaardigheid van het rechtssysteem, maar minstens evenzeer door de grote ellende die zij teweegbrengt voor de ten onrechte veroordeelden.
Medische dwaling
Terug naar het verhaal over mijn vader. Mijn vader werd overgedragen aan een ander ziekenhuis in de regio dat gespecialiseerd is in de behandeling van slokdarmkanker. Ook daar vertrokken de artsen vanuit de diagnose die door hun collegae elders was gesteld. Het bestralings- en chemotraject dat uiteindelijk zou moeten uitmonden in een zware operatie werd reeds ingepland, maar de artsen wilden nog wel een tweede gastroscopie om de tumor exact te localiseren, dit in verband met het bestralingstraject. Tevens zouden dan nogmaals biopten worden genomen, omdat de artsen toch graag 100 procent zekerheid hadden alvorens een zwaar behandelingstraject te starten.
En wat bleek: tijdens de gastroscopie werd niets afwijkends meer aangetroffen. Vijf dagen later, op 16 juni jl., werd op basis van de uitslag van de biopten kanker definitief uitgesloten. Hebben we nu met een wonder van doen? Nee, het betreft in mijn ogen een medische dwaling. Op basis van de eerste gastroscopie en PET-CT-scan is een tunnelvisie ontstaan, terwijl de uitslag van het eerste bioptenonderzoek, die ontlastend was, zodanig werd geïnterpreteerd dat zij binnen de tunnelvisie van slokdarmkanker paste. In plaats van ook een ontsteking voor mogelijk te houden (ook die licht namelijk op tijdens een PET-CT-scan), stond kanker onuitwisbaar op het netvlies gebrand.
Het belang van herstel en preventie
Tijdens ons gesprek met de arts op 16 juni wees ik op de medische dwaling die in mijn ogen heeft plaatsgevonden. Hoewel mij toen in eerste instantie werd gezegd dat een bioptenuitslag niet zaligmakend is (wat zeker ook zo zal zijn), werd wel erkend dat de stelligheid waarmee op 17 mei de diagnose kanker was gesteld en de vasthoudendheid daaraan na de eerste bioptenuitslag, belangrijke ‘leermomenten’ hadden opgeleverd.
Toen ik vroeg of de wending in de zaak van mijn vader ook gecommuniceerd was met de artsen in het eerste ziekenhuis en dit niet het geval bleek, is dat alsnog ter plekke gebeurd – wat ik zeer op prijs stel. Zoals gezegd: waar mensen werken, worden fouten gemaakt, maar van fouten moet je wel willen leren, in dit geval om de geloofwaardigheid van het medische systeem hoog te houden en te voorkomen dat er nieuwe ‘slachtoffers’ vallen.
Ook al werk ik in het strafrecht, ik ben geen voorstander van straf als iemand een fout maakt. Waar het mij om gaat is dat fouten die gemaakt zijn, worden erkend, dat daarvoor verantwoordelijkheid wordt genomen in die zin dat de aangerichte schade zoveel mogelijk wordt hersteld (denk aan erkenning, excuses en eventueel schadevergoeding) en dat de oorzaken die tot de fout hebben geleid, worden weggenomen. Geen vergelding, maar herstel en preventie – daar gaat het mij om.
Gulden Regel en menselijke maat
Leidraad in de behandeling van anderen dient te zijn: ‘Behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden’, de Gulden Regel derhalve. Je zou zelf ook niet veroordeeld willen worden voor iets wat je niet hebt gedaan en je zou zelf ook niet de diagnose kanker willen krijgen, terwijl je geen kanker hebt. Toepassing van deze regel noopt tot zorgvuldig handelen en telkens de mens achter de verdachte dan wel de patiënt willen zien.
Wat de menselijke maat betreft kan er overigens nog veel worden verbeterd – niet alleen in het strafrechtelijke maar ook in het medische systeem. Zo kreeg mijn vader de diagnose slokdarmkanker te horen op een kamer waar ook nog drie andere patiënten lagen. Erger: hij kreeg deze diagnose te horen zonder dat zijn naaste familie bij hem was. Een familiegesprek vond daarna plaats op een artsenkantoor vol stoelen en pc’s bij gebrek aan een familiekamer. En wegens corona kon telkens slechts één persoon mijn vader vergezellen tijdens de slecht-nieuwsgesprekken in het ziekenhuis – zelfs na anderhalf jaar corona bleek logistiek gezien niet meer mogelijk.
Af en toe bekruipt mij het gevoel dat het systeem de leefwereld van mensen overneemt. Op een menselijke vraag die schreeuwt om een empathisch antwoord, krijg je te vaak het Little Britain-antwoord: ‘Computer says no’. Laat duidelijk zijn: het systeem is er voor de mensen, niet andersom. Als blijkt dat het systeem de mens niet ten goede komt, dan dient het te worden aangepast. Leermomenten zoals in het geval van mijn vader leiden hopelijk tot wijziging van het systeem, het protocol, de bejegening van mensen.
Voorwaarts
Na exact een maand lang samen in een hel te hebben geleefd die grotendeels voorkomen had kunnen worden, is het voor ons nu tijd om dit hoofdstuk af te sluiten. Zoals Søren Kierkegaard schreef: ‘Het leven kan achterwaarts worden begrepen, maar het moet voorwaarts worden geleefd’. Hopelijk nemen we daarbij de lessen uit het verleden mee de toekomst in.
Jacques Claessen, bijzonder hoogleraar herstelrecht Universiteit Maastricht
Rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank Limburg