Je verheugen op de Summer of Love, die vervolgens niet komt

Je verheugen op de Summer of Love, die vervolgens niet komt

Acht columns, acht vruchten van de summerschoolcursus Journalistiek en Effectief Schrijven

30-08-2021 · Column

Soms was het afzien, want o wat hadden ze vaak maar weinig tijd voor dat verhaal of die reportage. Soms leek het bijna een makkie, zo soepel regen de zinnen zich aaneen. De negen deelnemers aan de summerschool Journalistiek en Effectief schrijven werkten zich de afgelopen twee weken meermaals in het zweet, maar slaagden met vlag en wimpel. Lees hier een aantal van de door hen geschreven columns. 

 

Eenrichtingsverkeer

Ik heb nog nooit iemand geslagen, maar nu moet ik me echt inhouden. We staan in de rij voor de kassa van de Hema. Er lopen toeristen bij de zelfscankassa’s te stuntelen, dus ik denk beter af te zijn bij een kassière. Verkeerd gedacht, want het volgende moment voel ik een hete adem in mijn nek. Passief agressief kijk ik achterom en inspecteer mijn anderhalve meter persoonlijke ruimte. Een bejaarde dame staart ongeduldig terug. ‘Laat ik vandaag niet negatief zijn,’ denk ik goedgezind, dus ik zeg niets. Positieve energie. ‘Waarschijnlijk een demente bejaarde die ontsnapt is tijdens het maandelijkse uitlaatuurtje.’

Niet veel later loop ik door een winkelstraat die overspoeld wordt door mensen die overduidelijk als eersten aan de beurt waren met vaccineren. Ik hoor uitspraken als: ‘Die vaccinatieplicht moet er gewoon komen, we moeten de kwetsbaren immers beschermen!’ Mijn ergernis groeit en tot overmaat van ramp besluit het wezen dat voor me loopt een sigaret op te steken. De damp van deze schoorsteen zorgt ervoor dat ik een orkaanachtige hoestbui krijg. Een straat vol mensen bekijkt het tafereel alsof ik een schilderij uit de renaissance ben. Uiteraard durft er opeens niemand dichterbij te komen. Ik wed dat de meesten zelfs denken dat een glazen kooi voor deze – ietwat uitbundigere – Mona Lisa wel op zijn plaats zou zijn. 

Zodra de storm is gaan liggen loop ik verder, totdat er wéér een rookwalm mijn neusgaten bereikt. Ik zie een man die ellendig aan een sigaar lurkt – een rochelende COPD-hoest volgt. ‘We hebben er weer een!’ roep ik alsof ik een Pokémon gevonden heb. ‘Een ‘’kwetsbare’’ die duidelijk niet zo voorzichtig met zijn kwetsbaarheid omgaat.’

‘’Bescherm elkaar’’ is eenrichtingsverkeer geworden waarbij de ‘’kansloze zwakkeren’’ voorrang krijgen. Toch is niet elke kwetsbare door het noodlot getroffen. Velen krijgen iedere dag de kans om sterker te worden door gezonder te gaan leven, maar kiezen ervoor om dat niet te doen. Is die vaccinatieplicht voor de ‘’sterkeren’’ dan wel terecht?

Als we dat vaccin toch door onze strot geduwd krijgen, dan kunnen we het assortiment van plichten gerust uitbreiden, niet? Een compleet rookverbod kan er ook nog wel bij! En verban dan meteen de dropjes en chocoladerepen om de vetzucht te bestrijden. Verbied alcohol en bescherm die arme levertjes! Weg met de frikandellen en verplicht naar de sportschool!

Ik winkel voorlopig in ieder geval weer online.

Danae Smeets, vierdejaars geneeskunde

 

Gezellig hè?!

“Volgens mij hebben we het memo gemist”, fluister ik tegen mijn man vanaf ons ligbedje in de schaduw van de torenhoge cipressen. Hij kijkt me vragend aan. “Ja, waarin die wedstrijd wordt aangekondigd welke Nederlander het meeste lawaai kan maken”, beantwoord ik zijn blik, terwijl ik met mijn ogen rol. Hij grinnikt en leest verder in zijn boek. Ik zucht en denk: “Ik kom hier voor mijn rust!”

Mijn grootste frustratie in het buitenland bestaat vooral uit ándere Nederlanders die op hetzelfde moment op dezelfde locatie als ik, vakantie vieren. Tot op heden lukte het altijd vrij goed om onze verborgen pareltjes voor ons zelf te houden. Maar dit jaar zijn ze werkelijk óveral. Of het nou komt door de tijd van het jaar (augustus, normaal gesproken gaan we begin juli) of het feit dat Italië als een van de eerste landen weer ‘veilig’ werd om naartoe te gaan, ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik voor me, achter me, links en rechts een keiharde Amsterdamse tongval hoor en – god, sta me bij – zelfs Limburgs: “…es veer weer nao hoes goon…”

Je kunt ze ook gewoon niet missen, die Nederlanders. Ik zie het vaak al aan de kleding tijdens het diner die uitstraalt “ik ben op vakantie dus ik ga voor casual” en ver afsteekt tegen de gesoigneerde Italianen. Maar als ze de volgende ochtend aan het ontbijt verschijnen met een plastic tasje en vervolgens de pot pindakaas en het pak hagelslag op tafel zetten – uiteraard met een volume van ‘kijk eens wat ik heb’ – dan kan ik wel door de grond zakken van plaatsvervangende schaamte. Laat staan dat er dan ook nog broodjes worden gesmeerd en ingepakt voor de lunch.

Het laatste waar ik op zit te wachten is socializen met wildvreemden die een connectie voelen alleen omdat je dezelfde taal spreekt. Daarom schakelen wij automatisch over op het Maastrichts dialect, gooi ik in het restaurant mijn beste Italiaans er tegenaan (lang leve Google Translate!) en lees ik het liefst Engelstalige boeken. Vanaf mijn ligbedje app ik mijn Travel Counsellor: “Volgend jaar boeken we een hotel dat in ieder geval niet in het aanbod van TUI Nederland zit.”

Stefanie Hollanders-van Oostrum, secretaresse YUFE, Universiteit Maastricht

 

Twee voor de prijs van één

We lijken niet sprekend op elkaar. Mijn zus en ik. Zij heeft krullen, ik niet. Ik draag een bril, zij niet. Toch zijn we blijkbaar lastig van elkaar te onderscheiden.

Ik herinner me nog dat ik een jaar of twaalf was en ik samen met pap, mam en zus lief in een Belgisch restaurant zat. “Awel, das unne tweeling toch zeker?” Ik was zwaar beledigd dat het voor deze meneer niet overduidelijk was dat ik drie jaar ouder was.

Maar wat is dat dan toch? Wat maakt het zo moeilijk voor mensen om ons uit elkaar te houden? Is het misschien het ‘typische loopje’ dat we hebben. Of het feit dat onze stemmen zoveel op elkaar lijken? Ik hoor mam nog roepen: “Ja hallo wie zegt er nu iets? Joyce of Audrey?” We hebben ons er vaak om verkneukeld.

Toen we later beiden bij de supermarkt werkten zorgden we ook voor de nodige consternatie. Mijn zusje zat achter de kassa, en ik stond bij de servicecorner. Verbaasde blikken en vragen als: “Ik ben toch net bij jou aan de kassa geweest?” of “Hoe kun je nu zo snel hierheen zijn gelopen?” Ik had mijn antwoord al klaar: “Het is vandaag twee voor de prijs van één!” 

Ook nu nog zaaien we verwarring. We hebben een abonnement bij dezelfde sportschool, maar zijn daar niet altijd op hetzelfde moment. Collega-sporters spreken me aan op mijn voorbereidingen voor de marathon. Als ik niet meteen reageer zie ik de twijfel toeslaan: “jij was het toch die de marathon van Rotterdam ging rennen”? Nope, dat is mijn zus! Máár, ik heb wel twee keer een halve marathon gerend, dus tja, in principe….

Nu heb ik zelf twee dochters. Lijken in het geheel niet op elkaar. Maar die stemmen … niet van elkaar te onderscheiden. Hilarisch vinden ze het. Als ik boos word op de één, maar het blijkt toch de ander te zijn. Een koekje van eigen deeg.

Joyce de Vos, gezondheidsvoorlichter, coördinator AYA project, MUMC+

 

De moderne Columbus

Ik heb weinig met Emma Wortelboer. Zeker na het zien van haar hysterische reactie toen Duncan Laurence in 2019 het Eurovisiesongfestival won. Maar toen ze laatst in een talkshow zei dat ze op vakantie gaan topsport vindt, dacht ik: pfff gelukkig. Er bestaan blijkbaar nog meer mensen die niet staan te springen om op vakantie te gaan.

Ik heb nooit begrepen hoe mensen toch ‘zo ontzettend tot rust komen’ door een vakantie. Alleen al de reis erheen vind ik doodvermoeiend. Urenlang zit je in de auto of op het vliegveld te wachten tot je vlieger komt. Of nog erger: sommige mensen (lees: mijn vriend) willen om 3 uur ’s nachts in de auto stappen om de files voor te zijn. Om 3 uur! “Dat is toch echt een vakantiegevoel”, zei mijn vriend er nog bij. Daar snap ik nou werkelijk niks van. Vakantie was toch bedoeld om rust te krijgen? Waarom zou je dan midden in de nacht opstaan? Als ik dan eenmaal ben aangekomen op mijn bestemming, vaak een warm land, dan snap ik ook direct weer waarom het heel logisch is dat ik in kikkerland Nederland geboren ben. Als je een soort albino bent, is een gevoelstemperatuur van 50 graden niet gezond. Ook niet voor je humeur trouwens.

Toch voelt het best ongemakkelijk om te bekennen dat ik niet zo reislustig ben. Vooral omdat ik als 27-jarige tot de millennial-generatie behoor die voor 99,9% bestaat uit reisfanaten. Sommigen hebben reizen zelfs tot een soort levensdoel gemaakt. Ze hangen landkaartposters boven hun bank waarop ze laten zien waar ze allemaal al geweest zijn. En heel Instagram staat altijd vol met perfecte vakantiekiekjes. Laatst las ik op Facebook dat een 22-jarige student – met waarschijnlijk studieschulden (of reisschulden?) van hier tot in Tokyo – zichzelf omschreef als ‘wereldreiziger’. Ik dacht dat alleen Columbus zich zo mocht noemen.

Enfin, we hoeven niet allemaal een moderne Columbus te zijn. Toch? In het kader van de diversiteit die tegenwoordig zo belangrijk is, is het hopelijk ook oké om een Limburgse huismus te zijn. Of een Overijsselse, tikje hysterische huismus, zoals Emma.

Rowan Smeets, onderzoeker Health Services Research Universiteit Maastricht

 

Niet zeuren, zet die prik er gewoon in

Ik kan er niet meer tegen, al die excuses waarom je nog steeds niet gevaccineerd bent. “Ik heb geen tijd. Ik word toch niet erg ziek. Mijn ouders en overgrootouders zijn toch al gevaccineerd. Ik wacht nog even, over een half jaar weten ze wellicht meer.” En mocht je geen excuus hebben, dan verzin je er toch gewoon één.

Ik word er helemaal gek van. Onze samenleving ligt al bijna meer dan anderhalf jaar plat of is deels verlamd. Het nieuwe normaal, hou toch op, dit is niet normaal. Er is een oplossing, namelijk vaccineren. Hoe blij waren we niet dat er eindelijk een farmaceut was die een werkend vaccin ontwikkelde? Het duurde nog even voordat het op de markt kwam, en ja, al dat geklungel van het kabinet was zeker niet handig.

Maar wees eerlijk, welk beleid er ook wordt gemaakt, we weten het toch allemaal beter. Nederland heeft er in één klap 17 miljoen virologen bij. Dat vaccin is natuurlijk niet gemaakt in een paar weken, er was al jarenlang onderzoek gedaan naar een soortgelijk virus. Hoe het virus zich precies gedraagt is wellicht nog niet helemaal duidelijk. Wat we wel weten is dat je gevaccineerd veiliger bent.

Natuurlijk blijven er redenen om de prik toch niet te nemen, want er zijn bijvoorbeeld ook nog steeds mensen die roken en dikke mensen die heel veel eten. Maar weet wel: deze mensen zijn alleen een bedreiging voor zichzelf en niet voor de samenleving. Denk na en wees eerlijk, jij hebt toch wel vaker iets gegeten of ingenomen waarvan je niet precies wist wat er in zit? Ik kan je een paar voorbeelden geven: vaccinaties om naar het buitenland te gaan, dat pilletje toen bij dat concert, oh ja, wat dacht je van die frikandel of kroket? Wat ik nog erger vind is dat er mensen zijn die aan een universiteit studeren en ook geen vaccin willen of in elk geval nog niet.  Hoe dan? Waarom? Wordt hier de wetenschap in twijfel getrokken? Waarom ga je er dan studeren? Ik hou erover op. We spreken nu af, ook jij haalt die prik. En nee, er is niks te maren, IK wil het gewoon niet (meer) horen!

Marion Lahaije, stafadviseur Marketing&Communicatie, Hart+Vaat Centrum MUMC+

 

Verheugen

Een heuse Summer of Love werd er voorspeld. Na anderhalf jaar coronamaatregelen zouden we deze zomer eindelijk weer écht los mogen gaan, als dartelende koeien die na een lange winter weer de wei in mogen. Alle opgekropte emoties en verlangens die explosief vrijkomen op zwoele zomeravonden die maar niet lijken te eindigen: het zou de befaamde hippiezomer van 1967 misschien wel overtreffen, zo voorzagen deskundigen in kranten en op tv.

En eerlijk gezegd was het iets waar ik mezelf ook aan vasthield. In april vorig jaar, tijdens de eerste lockdown, drong langzaam tot mij door dat dit coronagebeuren nog wel eens lang kon gaan duren. Om verdere teleurstellingen te voorkomen, ging ik er maar vanuit dat de heersende maatregelen onze levens nog een jaar zouden beheersen. Maar daarna, nadat we het virus na een donkere winter toch zeker onder controle zouden hebben, stond ons iets moois te wachten.

Vrienden die er een beetje doorheen zaten, hield ik hetzelfde voor. Nu is het misschien vervelend, maar bedenk eens wat ons dit straks oplevert. Dan zullen er epische feesten zijn, waarbij iedereen geniet als nooit tevoren, omdat we meer dan ooit waarderen wat vrijheid betekent.

Het is inmiddels augustus 2021, en langzaamaan kunnen we concluderen dat die Summer of Love er niet kwam. Natuurlijk, we konden op bepaalde momenten en onder voorwaarden weer feesten als vanouds, maar dat echte gevoel van vrijheid bleef uit. Ben ik nu extra teleurgesteld? Voelt het alsof ik mezelf anderhalf jaar lang een leugen heb voorgehouden?

Nee, eerlijk gezegd niet. Het vooruitzicht van een geweldige zomer heeft er maar mooi voor gezorgd dat ik met een opgewekt humeur door de coronaperiode heen ben gekomen. Bovendien: door het gebrek aan activiteiten, blijft er genoeg tijd over om na te denken. Zonder corona was ik dit voorjaar waarschijnlijk een aantal maanden gaan reizen. Had ik dan wel op die leuke, nieuwe baan gesolliciteerd? En was ik dan naar dat fijne appartement verhuisd?

Zo heeft elk nadeel altijd zijn voordeel. En wachtend op het moment dat we écht weer los mogen, valt er nog altijd veel om op te verheugen. Op al die epische feestjes en lange reizen die nog gaan komen. Want, zoals Rowwen Hèze-zanger Jack Poels ooit schreef: “Straks dan giet 't loos, straks dan is ’t fieëst. En van al dat denke an straks geneet ik nog ’t mieëst.”

Dennis Vaendel, afgestudeerd sterrenkundige en sinds half augustus junior-journalist bij Observant

 

Ik zoek een huis

Pling. Nieuwe melding van Funda: Een al verkocht huis staat nu online! De moed zakt me in de schoenen. Het voelt alsof ik de boot gemist heb en alsnog naïef erachteraan zwem. Naast mij zwemmen vele anderen en (on)bewust trekken we elkaar achteruit. Ondertussen halen investeerders ons in per speedboot.

Corona betekent thuiswerken en na een aantal maanden komen de muren op me af. De thuiswerktip ‘richt een speciale kamer in als kantoor’ gaat ook niet op als je 35 vierkante meter aan studio bezit. Maar een nieuw stekkie vinden lijkt zo makkelijk nog niet.

Ik krijg sterk het vermoeden dat de ‘te koop’-bordjes tegenwoordig met ‘verkocht’ erop worden opgehangen. Zonde van het karton. Als ik het al schop tot een bezichtiging moet ik diezelfde avond nog een bod uitbrengen. Het huis voldoet amper aan mijn wensen, maar ja het is een huis. Ik ga uit van de rekensom ‘vraagprijs keer twee’ en vergeet heel even dat ik met mijn modale eenpersoons-inkomen enkel een bedrag à la garagebox mag lenen. Het feit dat mijn huidige maandelijkse lasten aan huur hoger zijn dan de fictieve hypotheeklasten doet daar niets aan af. Bij mijn ouders de hand ophouden heeft ook geen zin: in de sokkenlade liggen enkel sokken.

Aangezien de huizenprijzen sneller stijgen dan mijn salaris is mijn voorspelling dat ik de komende jaren alleen maar kleiner ga wonen. Niemand in de Tweede Kamer die zich er overigens echt druk om lijkt te maken. Logisch ook, zij kunnen na werktijd thuis uitpuffen in een kamer naar keuze.

Ik raap mezelf weer bij elkaar en zet mijn probleemoplossend vermogen aan. Misschien moet ik een carrièreswitch als begrafenisondernemer overwegen, zodat ik subtiel als een van de eerste kan vragen wat er met het huis van de overledene gebeurt. Nee, dat voelt toch nét te luguber. Ik besluit Tinder te vragen of ze naast geslacht, leeftijd en afstand ook de filter ‘koopwoning’ willen toevoegen.

Luca Janssen, onderzoeker Health Sciences Reseach, Universiteit Maastricht

 

Ik kwam, ik zag, ik overwon

Ik voer vaak dialogen met mezelf over moeilijke keuzes die ik moet maken. Meestal ’s avonds of ’s morgens. Dan ben ik het meest kwetsbaar.

“Juiste keuzes, bestaan die wel? Ik kan toch ook gewoon in Gent studeren? De stad die maar een uurtje op de trein zitten is en waar al m’n vriendinnen naartoe gaan. De stad die nog altijd binnen de landsgrenzen van mijn geboorteland valt?

“Is dit wat ik echt wil? Een unieke kans om zelf te groeien, studente te worden van een topuniversiteit die een studiemethode heeft die België niet aanbiedt … Zou ik deze kans laten liggen om dichter bij huis te blijven en mijn vertrouwde omgeving niet achter te laten?

“Tuurlijk ga je die kans niet laten liggen!”

Met gemengde gevoelens vertrok ik naar Maastricht. Blij dat er een nieuw pad voor me openging, maar ook angstig dat ik heimwee zou krijgen. Tot nu toe neem ik me voor dat ik nog wekelijks naar huis ga om even een andere sfeer en andere mensen om me heen te hebben. Mijn eerste ervaring was zeer positief: de afwisseling van Maastricht en Knokke doet me goed.

De eerste week in Maastricht was intens. Summerschool Journalistiek combineren met de introfeestjes van de werkgroep INKOM. “Dat zal multitasken worden”, zei ik al lachend toen we het eerste kennismakingsrondje deden tijdens de eerste dag van de summerschool. Ik had de avond tevoren al een lijstje gemaakt in m’n hoofd van de dingen die de volgende dag op m’n pad gingen komen zoals een covidtest, summerschool en INKOM, en hoe ik deze zou aanpakken, moest overwinnen en achteraf bekeken ook overwonnen heb. Ik zie mezelf elke dag groeien. Hier haal ik echt energie uit.

Uit m’n comfortzone gaan, is altijd al iets geweest die ik graag wou doen, maar als puntje bij paaltje komt toch zo angstig voor ben. De angst om teleurgesteld te worden in mezelf of in anderen is een struikelblok.

Tijdens m’n eerste weekend in Knokke kon ik eigenlijk alle dingen die op m’n denkbeeldig lijstje stonden, een verdiende groene V toekennen.

Febe De Wispelaere, eerstejaars European Law School, Universiteit Maastricht

 

 

 

 

 

 

 

 

Auteur: Redactie

Foto: Observant

Categoriëen: Columns en opinie

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.