Kunnen we erop vertrouwen dat politici het juiste doen om de wereld duurzamer te maken, vraagt discussieleider Jonas Vetter aan de panelleden. Een lastige kwestie, vindt Ernest van Nispen, lid van Maastricht for Climate. “Het is erg moeilijk om politici te vertrouwen, ze hebben niet de reputatie betrouwbaar te zijn. Aan de andere kant vind ik het wel belangrijk om vertrouwen in de overheid te hebben.” Charlotte Lenhard, die voor de KAN Party in de universiteitsraad zit, is uitgesprokener. “Kijk naar de data over acties om de opwarming van de aarde binnen de 1,5 graad te houden. We hebben slechts 25 procent bereikt van wat we op dit moment hadden moeten bereiken. Als ik 25 procent scoor op een tentamen, dan ben ik gezakt.”
Serdar Türkeli, onderzoeker bij UNU Merit, vertrouwt het liefst alleen op zichzelf. “Wat kan ik doen, onafhankelijk van welke plannen de wereldleiders maken. We kunnen invloed uitoefenen met onze stem en investeringen, maar de meeste controle hebben we over onze eigen acties.” “Er bestaan drie cirkels”, vult Nathalie Ummels van Mondiaal Maastricht, een organisatie die de transitie naar een duurzame, rechtvaardige en inclusieve Maastrichtse samenleving ondersteunt, aan. “Wat we kunnen doen, waar we invloed op hebben en de wereld om ons heen, die we moeten accepteren zoals het is. Ik probeer vooral te kijken hoe ik mijn cirkel van invloed kan vergroten.”
Een van de manieren om dat te doen, is door met politici te praten, zegt Ummels. “Betrek ze op persoonlijk niveau bij het gesprek, zij zijn ook mensen. En hou ze verantwoordelijk voor hun daden, dat is onderdeel van onze rol als burgers.” Wanneer iemand uit het publiek later vraagt hoe burgers de gemeente Maastricht kunnen dwingen om in te gaan op klimaateisen van de Maastricht Klimaat Coalitie, voegt ze daaraan toe: “In maart zijn er verkiezingen. Ga met alle partijen praten. Laat ze zien waarom je ideeën urgent en relevant zijn. En kijk dan hoe het past binnen hun programma. Hoe staat het in relatie tot iets wat zij belangrijk vinden? Gebruik hun taal.”
Türkeli ziet het liefst dat mensen zo concreet mogelijk worden. “Het is makkelijk om te zeggen wat er gedaan moet worden, hoe het gedaan moet worden is een stuk moeilijker. Denk daarover na, betrek organisaties en entrepreneurs bij het proces.”
Een tactiek die ook binnen de universiteit kan worden toegepast, zegt Lehnard. “Bij de KAN Party proberen we zoveel mogelijk met concrete ideeën te komen. Maar een verandering in mind-set is ook nodig. Kijk naar het vliegbeleid van de UM: als de reis minder dan acht uur duurt met de trein, zouden mensen de trein moeten pakken. Maar in de discussie gaat het dan al snel over: kunnen we ons dit veroorloven? Dat is altijd het verhaal. Ik denk dat we het ons niet kunnen veroorloven om deze dingen niet te doen.”