Dat het geen traditioneel jubileumboek moest worden, daar waren de drie samenstellers, Wim Gijselaers, Jos Lemmink en Tom van Veen het snel over eens. “We zijn geen historici”, zegt Van Veen, emeritus hoogleraar economie. “Er zijn boeken die bijna van dag tot dag het ontstaan van een faculteit beschrijven, maar dat kunnen wij niet. We hebben al die documenten ook niet meer.” Wat ze wel wilden doen: het verhaal van de faculteit vertellen. “Wie zijn we, waar staan we voor en hoe zijn we daar gekomen.”
Georganiseerde anarchie
Wat er nu ligt is “een haast klassiek boek over leiderschap en verandermanagement”, aldus Gijselaers, hoogleraar onderwijskunde. Het verhaal van het eigenzinnige groepje jonge economen – de term ‘jonge honden’ valt vaak – die onder leiding van decaan Wil Albeda en directeur René Verspeek in “georganiseerde anarchie” een faculteit de grond uitstampt, wordt van context voorzien door acht korte essays van Wil Foppen, hoogleraar strategisch leiderschap.
“Het leek ons leuk als iemand de geschiedenis in een managementperspectief kon plaatsen”, zegt Gijselaers. “Eerst was het een klein groepje – ik weet nog dat we bij elkaar kwamen in de docentenkamer annex bieb met een kop koffie. Later moesten we verhuizen naar wat nu Ad Fundum is (onder de trap in de hal van de Tongersestraat 53, red.) en op een gegeven moment wordt het gezelschap te groot om het zo informeel te doen. Wil neemt je mee in het gedachtegoed. Zijn essays doen me qua schrijfstijl denken aan Simon Carmiggelt; een beetje mijmerend.”
Geen blad voor de mond
Ook zijn er interviews met (oud)stafleden en alumni en met ‘buitenstaanders’ zoals voormalig rechtendecaan Hildegard Schneider en bierbrouwer Paul Rutten die in de eerste jaren studenten liet proeven aan het ondernemerschap met rondleidingen door de Gulpener brouwerij. Wat opvalt is dat niemand een blad voor de mond neemt. Zo benadrukt Dirk Tempelaar, universitair hoofddocent econometrie, dat in zijn optiek directeur René Verspeek de échte ‘bouwdecaan’ was, niet Wil Albeda. “Albeda zei nooit wat, die luisterde alleen. Vergaderingen van de commissie economie duurden dágen omdat hij nooit een conclusie trok.”
Ook hoofd bureau onderwijs Joël Castermans lucht zijn hart: “Al loopt er van alles verkeerd, er wordt tòch een goednieuwsshow van gemaakt. Neem laatst een online bachelor Open Dag met allerlei inlogproblemen. Het kostte onze decaan nota bene twee uur om in te loggen, en dan komt er later een juichend bericht van UM-marketing & communicatie over hoeveel bezoekers er wel niet waren! Terwijl het gewoon niet werkte.”
Kritiek
Samenstellers Gijselaers, Lemmink en Van Veen vinden het prima. “We wilden geen braaf jubileumboek”, zegt Van Veen. Dat lag ook in de keuze voor de interviewer; oud-Observantredacteur Wammes Bos. “Wammes is natuurlijk geen neutrale interviewer”, zegt Gijselaers. “Hij kent de faculteit, heeft er jaren over geschreven in Observant. Hij krijgt mensen aan het praten en hoe meer interviews hij deed voor het jubileumboek, hoe beter hij wist waar hij op moest doorvragen. Er zitten echt pareltjes tussen.”
Deed de kritiek – ook de alumni, geïnterviewd door Observant-redacteur Maurice Timmermans, zijn niet alleen maar positief – dan zelfs niet soms een beetje pijn? “Toen bierbrouwer Paul Rutten zei dat de universiteit toch een beetje een eiland is en dat hij nooit veel heeft gemerkt van onze aanwezigheid in de regio dacht ik wel even: oef, it hurts”, zegt Gijselaers.
Uiteindelijk overheerst de trots. “Toen ik het boek las dacht ik; we hebben toch iets voor elkaar gebracht”, zegt Gijselaers. Van Veen knikt. “Ik kwam uit Groningen, daar zeiden ze: jaja, zo’n economiefaculteit in Maastricht, dat duurt hoogstens een paar jaar.” Gijselaers: “Terwijl als je nu op een conferentie loopt met een badge van Maastricht, dan staat dat ergens voor, dan heeft men daar respect voor.”