UM mikt op uitzonderingspositie

UM mikt op uitzonderingspositie

Collegevoorzitter Rianne Letschert over internationalisering en taalbeleid

21-06-2023 · Nieuws

MAASTRICHT. Zal de Universiteit Maastricht straks een uitzonderingspositie krijgen als het gaat om Engelstalig onderwijs? Er is vooral nog heel veel onduidelijk, concludeert Rianne Letschert, collegevoorzitter aan de Universiteit Maastricht, na het langverwachte debat tussen de vaste Kamercommissie en minister Dijkgraaf afgelopen donderdag. Onderwerp van discussie: hoe kan men de toestroom van buitenlandse studenten in goede banen leiden?

“Hoe gaat Den Haag straks om met krimpregio’s? En met grensregio’s? En met de opleidingen die in zogeheten tekortsectoren zitten? Ik heb dat niet gehoord, maar al die labels kunnen op ons van toepassing zijn en mogelijk een reden voor een uitzonderingspositie. Is dat voor de zomer helder?”

Er zijn nog veel te veel vragen onbeantwoord, vindt de collegevoorzitter. Want als de UM die felbegeerde uitzonderingspositie krijgt, kan dan al het Engelstalig bacheloronderwijs gewoon doorgaan? Is de taaleis – de minister wil onder andere dat alle buitenlanders een Nederlandse cursus volgen buiten het curriculum om – ook van toepassing op deze instelling? En zo ja, over welk niveau van het Nederlands praten we? Letschert vermoedt dat zo’n verplichting internationale studenten zal afschrikken en dus nadelig zal zijn: voor de UM, maar ook in bredere zin. “Je ziet vaker dat iemand die goed is in de bèta- en techniekvakken minder affiniteit heeft met de talen. Het zou ervoor kunnen zorgen dat ons land minder aantrekkelijk wordt voor deze groep. Wat betekent dat voor de innovatiekracht? Of neem studenten International Business, die komen bijna allemaal in een internationale omgeving terecht, denk bijvoorbeeld aan chipfabrikant ASML, waar de voertaal Engels is. Moet iedere student ongeacht het programma hetzelfde niveau Nederlands behalen of is hier variatie mogelijk? Denk goed na voor je zulke maatregelen neemt.”

Verwarring

Weinig antwoorden nog, vindt Letschert. Wel leverde het debat de nodige verwarring en onrust op. Heel wat mensen - op sociale media en in kranten als Trouw, NRC en de Volkskrant - dachten dat minister Dijkgraaf (zelfs achteraf bevestigd door een woordvoerder van het ministerie) donderdag betoogde dat straks alle bacheloropleidingen voortaan grotendeels in het Nederlands moeten. Maximaal eenderde van de vakken in zo’n opleiding zou nog anderstalig mogen zijn. Het ging hier echter over de definitie van Nederlandstalig onderwijs, volledig anderstalige studies blijven mogelijk.

Psychologie

Wel is duidelijk dat er een ‘toets anderstalig onderwijs’ komt voor nieuwe én bestaande opleidingen. Belangrijke vraag hierbij is, aldus de minister: “Vinden wij het te verantwoorden dat wij met gemeenschapsgeld een anderstalige opleiding bekostigen?” Letschert vindt het geen probleem om de Maastrichtse opleidingen tegen het licht te houden “zodra de criteria helder zijn, maar die heb ik nog niet gezien. We hebben intern al eerder zo’n exercitie gedaan. Neem bijvoorbeeld psychologie: onze Engelstalige track bereidt studenten voor op een wetenschappelijke carrière, dan is het arbeidsmarktperspectief Engelstalig. De Nederlandstalige studie is meer gericht op klinische psychologie. Deze afgestudeerden komen vooral op de Nederlandse arbeidsmarkt terecht.”

Een laatste vraag: stel dat Maastricht als een van de weinige universiteiten door mag met de Engelstalige bachelors, dat zou tot een nog grotere toestroom van buitenlandse studenten kunnen leiden die elders niet terecht kunnen. Dan wordt ook de UM, net als instellingen in het westen van Nederland, overlopen. Letschert: “Dan kunnen we een numerus fixus instellen voor Engelstalige tracks en mocht dat niet voldoende zijn dan trekken we aan de noodrem wat betreft de toelating van studenten buiten Europa, buiten de EER.” Die groep maakt wel slechts een heel klein deel uit van alle buitenlanders. En ook deze maatregelen zijn nog niet wettelijk verankerd.

Eenheidsworst

De collegevoorzitter hoopt dat Den Haag zal kiezen voor maatwerk. Ze heeft het vaker gezegd: “Graag geen eenheidsworstbeleid. Wij krijgen veel steunbetuigingen van burgemeesters uit de regio, van de provincie, werkgevers, werknemers, de campussen. De universiteit is een krachtige motor voor innovatie in de regio, ik mag hopen dat Den Haag daar gevoelig voor is.”

Internationalisering universiteiten

Overvolle collegezalen, kamertekort, de teloorgang van het Nederlands als academische taal. De toestroom van buitenlandse studenten die in sommige steden - vooral in het westen van het land - de pan uitrijst, moet in goede banen worden geleid, klinkt het al tijden. Zowel bij de universiteiten, als in de Tweede Kamer en bij minister Dijkgraaf. Hij debatteerde vorige week donderdag met de vaste Kamercommissie Onderwijs over een oplossing. Tal van hete hangijzers kwamen voorbij: de voertaal in opleidingen, de financiering van universiteiten, maar ook de Nederlandse belastingbetaler die op zou draaien voor de studie van de buitenlandse student. De discussie gaat nog door, de minister komt deze zomer met een wetsvoorstel.

Auteur: Riki Janssen

Beeld: Simone Golob

Categoriëen: Nieuws, nieuws_boven
Tags: internationalisering,engelstalige opleidingen,engels,nederlands,minisre Dijkgraaf,collegevoorzitter Rianne Letschert

Reacties

Joke Schalten

"Letschert vermoedt dat een verplichte cursus Nederlands de internationale studenten zal afschrikken" (citaat uit artikel hierboven). Het gewenste (taalreferentie)niveau van een verplichte taalcursus Nederlands voor internationale studenten moet nog worden vastgesteld. Ik ga ervan uit dat bij het bepalen van het niveau rekening zal worden gehouden met de kenmerken van de studentenpopulatie en er geen irreële eisen zullen worden gesteld. De voordelen van zo'n taalcursus zijn duidelijk; taal zorgt voor verbondenheid met woonplek en bovendien kan zo'n cursus een goede basis zijn voor het verder aanleren van het Nederlands (bijvoorbeeld wanneer internationale studenten ervoor kiezen in Nederland te blijven, misschien juist omdat zij dankzij de cursus het Nederlands al een beetje machtig zijn). Als je als student zo weinig taalgevoel of zin hebt om je de basis van een andere taal eigen te maken, dan kun je maar beter niet in het buitenland gaan studeren. In dat geval is verstandiger een opleiding in het eigen land te volgen (in je moedertaal en/ of in het Engels, maar zonder andere taal). Verder vind ik het argument van de grensligging (als uitzonderingsgrond voor het Nederlands als instructietaal in een opleiding) wat vreemd. De meeste internationale studenten in Maastricht komen niet uit aangrenzende regio's, maar uit gebieden die op honderden kilometers afstand van Maastricht liggen. Die studenten komen dan ook niet omdat Maastricht dichtbij hun woonplaats ligt, maar omdat alle opleidingen (zelfs de bacheloropleidingen) volledig in het Engels gevolgd kunnen worden. En laten we nu eens eerlijk zijn; natuurlijk, internationalisering is belangrijk (vooral voor een wetenschappelijke opleiding) en internationale studenten zijn welkom, maar een aandeel van tegen de 80% buitenlandse studenten op de faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen en Psychologie, dat kan toch niet de bedoeling zijn? Nederlandse onderwijsinstellingen worden toch primair door de samenleving bekostigd voor het opleiden van Nederlandse studenten? Sticht anders een Europese Universiteit (bekostigd met EU-gelden)!

Ger Essers

Ik lees „Neem bijvoorbeeld psychologie: onze Engelstalige track bereidt studenten voor op een wetenschappelijke carrière, dan is het arbeidsmarktperspectief Engelstalig“.
Dat is een merkwaardig voorbeeld.

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.