Dinsdag 28 juni 2022, rond 11 uur in de ochtend: The European Fine Art Fair is wereldnieuws. Op klaarlichte dag weten vijf dieven voor miljoenen aan sieraden te stelen. “Ik zat op de faculteit in een digitale conferentie over kunst en kreeg allerlei berichten binnen en linkjes naar nieuwswebsites en Twitter”, herinnert Yates zich. De vorige dag had ze nog op de beurs rondgelopen voor haar onderzoek in het kader van een groot Europees gesubsidieerd project, Trafficking Transformations, waarvoor ze een starting grant ter waarde van 1,5 miljoen euro heeft ontvangen. Wat is de aantrekkingskracht van zeldzame verzamelspullen als antiquiteiten en fossielen op mensen, en hoe ‘inspireren’ ze wellicht tot een misdrijf, wil Yates weten.
De TEFAF is een uitgelezen kans om veldwerk te doen. Zo ook op maandag 27 juni, dus een dag vóór de diefstal. Ze nam de algehele sfeer in zich op, focuste op de aankleding van de beurs én de kledingstijl. Normaal vindt de beurs altijd in maart plaats, maar in 2022 werd deze vanwege corona verplaatst naar juni. “En het was warm!”, weet Yates nog. Zo warm dat het in het MECC hét gespreksonderwerp was. Het congrescentrum had geen airco, wat nogal wat bezoekers, maar ook kunstdealers regelmatig tot wanhoop dreef. Want wat zou die hitte kunnen betekenen voor kwetsbare objecten? En zouden potentiële kopers zich wellicht door de hitte laten tegenhouden?
Sneakers
“Hoewel er geen voorgeschreven dresscode is, zijn er wel ongeschreven regels. Mensen kleden zich voor de beurs en de beurs kleedt hen”, omschrijft Yates in het wetenschappelijk artikel Affective Atmosphere in Art Fair Jewel Heist dat ze vorig jaar samen met Diāna Bērziņa, een collega van de rechtenfaculteit, publiceerde naar aanleiding van de diefstal.
Die ongeschreven regels houden in dat heren een nette pantalon, overhemd en blazer dragen, met eventueel een sjaaltje, stropdas, pet of hoed. Keurige leren schoenen doen het sowieso goed. Net als luxe horloges of dure ringen. Vrouwen dragen getailleerde pakken, designerjurken of blouses met dure broeken of rokken, weet Yates. “De norm is een onberispelijk kapsel en make-up.”
Yates droeg die dag een jeans, een simpel T-shirt en sneakers. “Ik had het met opzet aangetrokken. Ik wilde iets uitlokken; wat gebeurt er als ik zo rondloop?” Ze werd zelf het onderwerp van haar observatie. Als er op de beurs al vrouwen rondlopen in een spijkerbroek, dan is het een designer-item. Bovendien zitten er aan die voeten geen gympen, maar hoge hakken. Yates kreeg die maandagmiddag subtiele afkeurende blikken, galeriehouders negeerden haar. Ze keken liever op hun telefoon. Of dat nu alleen maar aan haar verschijning lag, kan ze niet met zekerheid zeggen, geeft ze toe, maar tijdens haar eerdere bezoeken aan de beurs, wél gekleed ‘zoals het hoort’, werd ze vriendelijker benaderd. Het brengt haar op een van de twee elementen die ze in haar publicatie eruit licht: de kleding van de dieven. Die stijl paste voor een groot deel bij de TEFAF, zegt ze. “Het is precies de reden dat ze totaal niet opvielen.”
Op het internet rondcirkelende foto’s zien we mannen met lichte overhemden, vaak helemaal dichtgeknoopt, vesten met een blazer eroverheen en stropdassen. Vier van de vijf droegen Peaky Blinders-achtige petten op hun hoofd, genoemd naar een criminele bende uit Birmingham uit de late 19e en begin 20e eeuw (een op de BBC uitgezonden drama is ernaar vernoemd).
Absurd
De TEFAF met al zijn luxe – vloerbedekking, stoffen zitjes, waanzinnige bloemstukken, onberispelijk geklede medewerkers, beveiliging, champagne en oesters op de kaart – creëert een sfeer waarin niemand überhaupt ook maar één seconde nadenkt over een miljoenenroof. Terwijl een vitrine aan diggelen wordt geslagen, kijken veel bezoekers en galeriehouders van een afstandje naar het ‘spektakel’. Ze maken foto’s en filmpjes met hun telefoon. Misschien wel het toppunt: een oudere man, uitrustend op een bankje met gekruiste benen, zit er zowat met zijn neus bovenop. Als de dieven wegrennen, voor en achter hem, kijkt hij ze na. Er is een persoon die een vaas oppakt en ‘m naar het vijftal wil gooien, maar verandert van mening als hij een revolver ziet. Hij is een van de weinigen die in actie komt.
Wat gebeurt hier? Yates: “Als je op straat getuige bent van een overval en iemand de etalage van een juwelier ziet inslaan, dan weet je meteen: dit klopt niet. Maar op deze kunstbeurs verwacht je geen hamers, revolvers en rondvliegend glas. Dit is absurd en irrationeel, dus dat er geen paniek uitbrak, is helemaal niet zo vreemd.” Ook de dag na de overval toen Yates op de TEFAF met een aantal ooggetuigen sprak, begreep ze: “Men was helemaal niet bang, men dacht dat het performance kunst was, dat het erbij hoorde.”
Banksy
Yates schetst een bredere context. In 2018 werd er volop geprotesteerd in de Sackler-vleugel van het Metropolitan Museum of Art in New York – de familie Sackler is rijk geworden door de verkoop van de verslavende pijnstiller OxyContin. Demonstranten gooiden uit protest pillenflesjes op de grond. Hetzelfde ritueel volgde later in het Guggenheim Museum in dezelfde stad en het Victoria en Albert Museum in Londen. In het British Museum verzamelden zich in 2019 honderden protestanten om te demonstreren tegen een tentoonstelling die werd gesponsord door oliebedrijf BP. En vlak voor de TEFAF-diefstal sloeg een man in het Louvre op het beschermende glas voor de Mona Lisa en besmeurde het met cake. Een zogenoemd ‘milieuprotest’. En wie herinnert zich niet de vastgelijmde demonstranten of ‘soepgooiers’?
Daarbij hebben kunstenaars zelf ook een duit in het zakje gedaan, blijkt uit Yates’ betoog. Denk aan Banksy’s geschilderde versie van Girl with Balloon. Precies op het moment dat het was verkocht, ging het half door de shredder. Opzettelijk. Het werk werd daarna tig keer zoveel waard. De gedachte dat de vijf ‘Peaky-Blinders-types’ zich op een gegeven moment zouden onthullen als activisten of kunstenaars was in het licht van dit soort gebeurtenissen in de kunstwereld helemaal niet zo vreemd, meent Yates. “Men kon verwachten dat het onverwachte zou gebeuren.”