De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door wetenschapsfinancier NWO. Met het geld kunnen recent gepromoveerde laureaten drie jaar lang werken aan hun onderzoek. In totaal vielen 161 onderzoekers in deze ronde in de prijzen. In Maastricht gaat het om vijf mensen: Glynis Bogaard (forensische psychologie), Andrew Mackenzie (economie), Anna Schueth (psychologie), Mor Dickman (oogheelkunde) en Willemijn Jansen (Alzheimer).
Aan kop
Deze ronde deden 1.176 jonge onderzoekers een gooi naar de felbegeerde beurs (539 vrouwen en 637 mannen). Van alle aanvragen is 14 procent gehonoreerd. De vrouwen scoorden beter dan de mannen: 17 tegen 11 procent.
De Universiteit van Amsterdam gaat aan kop met 19 beurzen. Hierop volgen de Universiteit Utrecht (18), de TU Delft (13) en de Rijksuniversiteit Groningen (11). Onder de academische ziekenhuizen springen het AMC (8), het Erasmus MC (6) en het Radboud UMC (5) eruit.
De Veni-beurzen zijn onderdeel van het Talentprogramma van NWO. Er zijn subsidies voor wetenschappers op verschillende momenten in hun carrière. Zo zijn er Vidi-beurzen voor ervaren wetenschappers en Vici-beurzen voor senior wetenschappers. Het subsidietrio is vernoemd naar het bericht dat Julius Caesar na een gewonnen veldslag aan de senaat van Rome stuurde: veni, vidi, vici (ik kwam, ik zag, ik overwon).
HOP, Evelien Flink/RJ