Afgelopen augustus viel er – verrassend – een uitnodiging van het college van bestuur op mijn mat. Ik bleek 40 jaar in dienst van de UM en het college nodigde me uit.
Blij verrast nam ik de uitnodiging aan en fietste op de bewuste middag in mijn mooie jurk samen met een vriendin naar de Minderbroedersberg. Ondertussen dacht ik na over al die rollen en functies die ik aan de UM heb vervuld. Hoe we pionierden bij de opbouw van gezondheidswetenschappen, hoe we knokten voor feministische idealen en kansen voor vrouwen in de academische arena, maar ook aan de taaie (lees: moeilijk te veranderen) machtsverhoudingen in de medische wereld.
Mooie tijd, hard werken, ik was parttime aan de universiteit verbonden - niet voltijds (destijds de norm) - want ook als huisarts en moeder wilde ik met mijn voeten in de klei staan. So far so good.
Op de bewuste middag zitten we, ruim zestig jubilarissen met aanhang, in blijde verwachting in de aula. Er is een hele middag (van 15.00 – 18.00 uur) uitgetrokken en onze alom gewaardeerde en hartelijke collegevoorzitter Rianne Letschert zal ons toespreken.
Ze begint met mooie volzinnen als: “Wat is een universiteit zonder de mensen, die haar opbouwen en dragen?” Een plaatje vol ‘ dankbaar- emoticons’ volgt.
Dan begint ze te hakkelen ... wat was er eigenlijk gaande in het jaar 1982, het startjaar van de elf medewerkers met 40 dienstjaren? Het blijkt het jaar te zijn van de uitvinding van de Compact Disk (CD), de eerste was van Abba. Ook bleek dat jaar actrice Ingrid Bergman (67 jaar) overleden en kwam Grace Kelly, prinses van Monaco, om in een verkeersongeval. Zo neuzelt ze maar door. Wist u dat in 1997, het startjaar van de medewerkers met 25 dienstjaren, het kampioenschap paalzitten werd gehouden? De finesses van het paalzitten worden door de collegevoorzitter aan de hand van beeldmateriaal toegelicht.
Geschokt zit ik te luisteren. Nergens een woord over de beginjaren van de UM, over startende faculteiten, over PGO, het Maastrichtse onderwijs, onderzoekslijnen van die jaren, gebouwen, niets over de mensen die de zaak opbouwden. Nul historisch besef, niets over de ontwikkeling van de UM! Wat een aanfluiting, een belediging, het voelt als een klap in mijn gezicht. Ik wil opstappen, maar dat is wel erg onbeleefd en erg zichtbaar op rij 3 van de aula. Mijn vriendin trekt aan mijn rok en fluistert “dadelijk wordt het vast beter”.
Na een half uur voortkabbelend verhaal van de collegevoorzitter, wordt dan de verrassing van de middag aangekondigd. Een clowneske act van een uiterst elastische acrobaat. Op de eerste rij zie ik het voltallige CvB en alle decanen van de faculteiten.
Ik krijg het bange voorgevoel dat ook hen in dit hele gebeuren geen actieve rol is toebedacht. Zouden zij blij zijn met dit verzetje of ook balen dat zij hun krappe en duurbetaalde tijd zitten te verdoen?
De act is knap en kunstig, maar het is de verkeerde act op het verkeerde moment.
Als laatste onderdeel van het ritueel worden alle jubilarissen, een voor een, bij naam genoemd en naar voren gehaald: handje, bloemetje, cadeau, en dat 60 maal zonder persoonlijk woord, zonder enige informatie over ‘wie, wat, waar’, een ritueel zonder ziel. Daarna volgt de piekfijn verzorgde borrel.
Is het zo erg met de bestuurderskaste van de UM gesteld? Waar is de oprechte aandacht voor (oud-) medewerkers die de tent in de lucht houden en hielden? Waar is de creativiteit om iets te doen met de verhalen van mensen, anekdotes, historische doorkijkjes over de UM en het MUMC?
Als je als instituut met zoveel pretentie en zoveel intelligentie, zo faalt, zo niet in staat bent om een waardig dankjewel te organiseren voor je medewerkers, dan is het slecht gesteld met dat instituut! Dan is de menselijke maat verpulverd in de bureaucratische molens en is de ziel eruit.
In godsnaam- doe volgend jaar wat meer je best!
Dr. Yvonne Winants, huisarts n.p.; wetenschapper & therapeut