Wat doe je de hele dag op TikTok?

Wat doe je de hele dag op TikTok?

De invloed van sociale media op mentale gezondheid

11-10-2023 · Interview

(Bijna) iedereen gebruikt het en iedereen vindt er iets van: sociale media. Philippe Verduyn, universitair hoofddocent aan de psychologiefaculteit, doet al jaren onderzoek naar emoties en de rol van Facebook, X, Instagram, et cetera. Hoe voelen mensen zich nadat ze hebben rondgehangen op deze platformen? Gelukkig, vrolijk of juist onzeker?

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen. Het gebruik van sociale media is niet per se héél erg goed of héél erg slecht voor je welzijn. “Maar alles bij elkaar genomen” valt het kwartje iets meer de negatieve kant op, zegt Philippe Verduyn. Honderden studies zijn er gedaan naar de relatie tussen mentale gezondheid en hoeveel tijd mensen spenderen aan scrollen, posten en het kijken van filmpjes. “De uitkomsten spreken elkaar vaak tegen, maar een meta-analyse laat een klein negatief effect zien. Dat wordt ook bevestigd door experimentele studies.” Proefpersonen mogen bijvoorbeeld een week lang minder op sociale media zitten, of moeten helemaal aan de detox en afkicken. Wat doet dat met hun gevoelens? “We kijken dan naar de aanwezigheid van wellbeing en de afwezigheid van illbeing.” Wanneer het gemis van sociale media erg ongemakkelijk voelt, zit er iets verslavends, zegt Verduyn. “Dat is problematisch. Je moet je gebruik onder controle hebben.”

Kattenfilmpjes

Met Verduyn gaan we het lijstje sociale media langs: Facebook (een van de oudste, in Nederland vooral populair bij de oudere generatie), Instagram (een hit onder jongeren), net als TikTok en Snapchat. Dan zijn er natuurlijk nog YouTube en X (Twitter). Ook WhatsApp en Wikipedia horen erbij.
Sociale media zijn volgens de onderzoeker, heel algemeen gezegd: platformen waarop content (inhoud) kan worden gecreëerd en gedeeld. “De laatste decennia heeft er een enorme revolutie plaatsgevonden in digitaal medialand. In de jaren negentig van de vorige eeuw hadden we weliswaar internet, maar daar was niet veel op te doen, ja, je kon wat lezen. Door de komst van sociale netwerksites is het steeds interactiever geworden. Je maakt een profiel aan dat je vervolgens kunt koppelen aan dat van anderen; het is dus echt bedoeld om te ‘verbinden’. Kon je in het begin alleen een berichtje sturen aan een ‘vriend’, nu is er de mogelijkheid om zelf filmpjes en foto’s te uploaden.”
Een ander voorbeeld waar de sociale netwerksites oorspronkelijk niet vaak voor werden gebruikt: het kopen en verkopen van spullen. Denk aan Facebook waarop allerlei ‘prikborden’ actief zijn. Ook de rol van influencers is geleidelijk toegenomen, zegt Verduyn.
Daarbij zijn de algoritmes veranderd, dat zijn formules waarmee de techbedrijven kunnen ‘berekenen’ wat jij graag wil zien. “De inhoud wordt aangepast aan je eigen gedrag.” Houd je van katten? Dan krijg je waarschijnlijk allemaal kattenfilmpjes voorgeschoteld.

Philippe Verduyn

 

Landschap

Is er alles bij elkaar genomen toch niet zo veel negatiefs aan de hand? “Daar is zeer veel discussie over in de wetenschap. Sommigen zeggen inderdaad: ‘Het effect is zo minimaal, laten we ons geen zorgen maken, ander gedrag is veel problematischer.’ Anderen zeggen: ‘De uitkomst is wél van betekenis, want als we zoveel tijd besteden aan sociale media, wordt dat kleine negatieve effect op den duur groter.’ Daarbij lichten ze bepaalde subgroepen eruit, zoals jonge vrouwen die een negatief zelfbeeld ontwikkelen door alle ‘perfecte plaatjes’.” De derde stroming - waar Verduyn ‘aanhanger’ van is - geeft een gedetailleerder perspectief. “Ik vergelijk het met een landschap van hoge bergen en diepe meren. Als je kijkt naar de gemiddelde hoogte van het landschap, zegt dat helemaal níets over hoe het landschap eruit ziet, over hoe diep die meren eigenlijk zijn. Daarom wil ik dat we specifieker kijken naar ons gedrag op sociale media, wat voor soort gebruiker zijn we? Een actieve of passieve? En wat voor jou fijn voelt, voelt voor mij misschien niet fijn.”

Consument

‘Actief’ wil volgens Verduyn zeggen “dat je laat zien dat je er bent”, door te liken, reacties te plaatsen of zelf te posten. Een passieve gebruiker daarentegen is een ‘scroller’, een consument. “Aanvankelijk dachten we dat het eerste doorgaans beter is voor je welzijn dan het tweede, omdat een actieve gebruiker de potentie heeft om te verbinden, de connectie te zoeken met een ander.” Toch zitten hier ook weer kanttekeningen aan, gaat hij verder. Ja, iemand die graag berichten post en positieve reacties ontvangt, voelt zich waarschijnlijk gelukkig, maar wat als die persoon online wordt gepest en beledigd en er hate speech voorbijkomt? Een ander punt dat de psycholoog aanhaalt, is de zogeheten “wederkerigheid. Stel je voor dat je foto’s post, maar geen enkele reactie krijgt, dat is niet bepaald opbeurend. Dus wat telt is een positieve interactie.”
Wat blijft er dan nog over van het uitgangspunt dat een passieve gebruiker zich doorgaans slechter zou voelen omdat die ‘in potentie’ geen verbinding legt met anderen, maar slechts consumeert? Dat blijkt ook niet zo zwart-wit. Voortdurend naar perfecte plaatjes kijken kan schadelijk zijn, maar je kunt ook heel blij worden van ‘hartverwarmende’ of grappige filmpjes, beaamt Verduyn.

Mobieltjesverbod

Laten we inzoomen op een speciale groep: de jongeren. Zij zijn opgegroeid in een digitaal tijdperk met veel sociale media. Gemiddeld hebben ze zes accounts, zegt Verduyn. De scheiding tussen de online en offline wereld is voor hen “altijd vaag, alles loopt door elkaar”. Vindt hij het mobieltjesverbod dat in januari ingaat op middelbare scholen in Nederland een goed plan? “Ik weet uit eigen ervaring dat sociale media enorm kunnen afleiden maar ook bijvoorbeeld e-mail. Als ik geconcentreerd moet werken, zet ik de mail vaak uit en leg ik mijn telefoon opzij. Dus ja, ik snap dat zo’n verbod tot meer concentratie in de klas kan leiden”, maar, waarschuwt hij, “we moeten niet doen alsof sociale media niet bestaan, dat er opeens twee werelden zijn: een zonder (tijdens school) en een mét (na het laatste lesuur). Volgens mij is het vooral belangrijk om jongeren te leren hoe ze ermee moeten omgaan, laat het gespreksstof zijn in klassen.”

Trucs

De Volkskrant wijdde vorige week een artikel over een wetsvoorstel van een GroenLinks-Europarlementariër over het verslavende ontwerp van apps. Daarin werd ingegaan op “de trucs van techbedrijven”, zoals notificaties die laten zien hoeveel ongelezen berichten er nog zijn, algoritmes die bepalen wat je te zien krijgt, het automatisch starten van filmpjes (De Volkskrant heeft het over een “eindeloze wc-rol” aan berichten). “Europa probeert deze problematiek aan te pakken door nieuwe wetgeving zoals de digital services act, maar het is nog de vraag hoe het uit gaat pakken. De gebruiker zou door deze ingreep bijvoorbeeld meer controle krijgen door zelf het algoritme in of uit te schakelen, maar wie zit te wachten op een stroom berichten die jou eigenlijk niet interesseert? Natuurlijk is verslaving een belangrijk aandachtspunt, maar ik denk niet dat mensen eigenhandig die knop zullen uitzetten. Dus wat is het effect?”

Normen

Wat vervolgonderzoek betreft, wil Verduyn “subtypes binnen passieve en actieve gebruikers” ontrafelen en kijken naar de meest kwetsbare groepen en bepaalde onderwerpen, zoals zelfbeeld en body positivity. Ook normen – hoe je je gedraagt op een sociaal medium –  boeien hem, want hoe ontstaan die? Verduyn: “Wij, de gebruikers, creëren een bepaald ‘ecosysteem’. Wanneer is het de verantwoordelijkheid van het platform, en wanneer van het individu dat een anoniem account aanmaakt en zich agressief uitlaat? Ik denk dat het een combinatie is. Was je vroeger boos, dan liep je leeg bij een vriend of ouder. Nu gooi je er een boze tweet uit in de heat of the moment. De halve wereld kan het lezen.”

 

Auteur: Wendy Degens

Illustratie: Simone Golob 

Tags: sociale media,verduyn,emoties,gevoelens,mobiele telefoons,mobieltjes,mentale gezondheid,welzijn

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.