Waarom arts-assistenten chronisch ontevreden zijn

Waarom arts-assistenten chronisch ontevreden zijn

Afscheidsrede hoogleraar en opleider Richard Koopmans

31-10-2023 · Interview

Gedemotiveerde arts-assistenten, en een nijpend tekort aan huisartsen en specialisten buiten de Randstad. Aan de opleiding tot medisch specialist schort een hoop, zegt de scheidende hoogleraar en opleider Richard Koopmans. "Maar de oplossingen zijn onbespreekbaar."

“Het is eigenlijk onbestaanbaar dat we dit laten gebeuren”, zegt Richard Koopmans, als hij aan het eind van het interview de balans opmaakt. “Een somber verhaal, niet? Ik denk weleens: heb ik er zelf wel genoeg aan gedaan?”

Koopmans was sinds 2005 hoogleraar algemene interne geneeskunde én opleider in de regio Zuid-Nederland, en dus verantwoordelijk voor de inhoud van de opleiding tot medisch specialist en voor de begeleiding van deze arts-assistenten. 

Onlangs nam hij afscheid van de UM met een rede over de weeffouten in die opleiding, en de problemen die daaruit voortvloeien. Arts-assistenten zijn chronisch ontevreden, zegt Koopmans. In elk evaluatierapport is het raak en klagen ze over slechte begeleiding, de vele overuren, hoge werkdruk en de beperkte vrijheid om hun tijd zelf in te delen.

“Burnout, demotivatie en cynisme komen steeds vaker voor en sinds een jaar of vijf valt me op dat er altijd wel een paar artsen halverwege de opleiding afhaken. Uit jaarlijkse, landelijke enquêtes blijkt dat een kwart van de arts-assistenten - tweederde is vrouw - overweegt om te stoppen."

Speelbal

Een arts-assistent – of aios: arts in opleiding tot specialist - leert en werkt tegelijkertijd, en mag zich na zes jaar medisch specialist noemen, zoals neuroloog, chirurg of longarts. Deze opleiding vindt plaats in tachtig ziekenhuizen in Nederland, waar aiossen meedraaien in de dagelijkse routine en soms trainingen volgen of stages lopen. Academische ziekenhuizen hebben meer aiossen dan streekziekenhuizen; het MUMC heeft er 350. Landelijk zijn het er in totaal tienduizend. 

Ze zijn in opleiding maar feitelijk houden deze aiossen in de avonduren, weekenden en nachten de tent draaiende. Ze vangen patiënten op, schrijven medicatie voor en handelen complicaties af. Deze diensten slokken echter zoveel tijd op, dat het leren er soms bij inschiet. Koopmans: "De bedrijfsvoering in het ziekenhuis gaat altijd voor. En als twee ergens uitvallen, moeten de anderen het opvangen. Ze voelen zich een speelbal in de bedrijfsvoering en klagen vaak over weinig autonomie. Terecht.”

Nationale Ombudsman

Ziekenhuizen kunnen niet zonder hen, ook financieel niet: voor elke aios krijgt een ziekenhuis 144 duizend euro van de overheid. “Dat gaat lang niet allemaal naar de opleiding, maar daar worden gaten in de begroting mee gedicht. Behalve een goedkope arbeidskracht zijn ze een zak met geld. Ik heb eens geprobeerd om aiossen van het ene ziekenhuis naar het andere over te hevelen, vanwege de diversiteit, maar de raad van bestuur ging er meteen voor liggen.”

Wordt de kwaliteit van die opleidingen dan niet geëvalueerd? Jazeker, er zijn audits en visitaties, maar die gebeuren door de medische beroepsgroep. De slager keurt zijn eigen vlees. De Nationale Ombudsman heeft de valkuilen in 2021 uitstekend benoemd, zegt Koopmans. "Een daarvan is dat aiossen voorzichtig zijn met hun kritiek, omdat ze afhankelijk zijn van de zittende specialisten en bestuurders voor een latere baan." 

Alkmaar

Koopmans ziet twee oplossingen, al zijn die vooralsnog onbespreekbaar in de medische wereld. De eerste: verdeel aiossen anders over de ziekenhuizen. "Het ene ziekenhuis krijgt er nu meer dan het andere, wat deels historisch zo is gegroeid. Dat moet anders. Laat een commissie van jonge artsen in opleiding, ziekenhuispersoneel en onafhankelijke derden het aantal aiossen toewijzen op grond van de kwaliteit van de opleiding in dat ziekenhuis, van de hoeveelheid autonomie in het werk, de overuren. Zo creëer je een stimulans voor ziekenhuizen om aiossen tegemoet te komen."

De tweede onbespreekbare oplossing heeft betrekking op de duur van de opleiding die, inclusief de studie, al gauw vijftien jaar bestrijkt. "Daarna ben je halverwege de dertig, heb je kinderen en ben je niet meer mobiel. Een baan in Alkmaar, in het begin vaak voor een paar dagen, is dan niet aantrekkelijk, als je in Maastricht woont."

Daarom stelt Koopmans voor de opleiding tot specialist te verkorten tot drie jaar en hen zoveel mogelijk op dat moment een baan aan te bieden in datzelfde ziekenhuis. "Op die manier behoud je specialisten voor de regio en voorkom je dat de tekorten aan specialisten en huisartsen verder oplopen."

Superspecialisten

Het halveren van de opleiding heeft nog een voordeel. "In de eerste drie jaar doen ze binnen het specialisme vooral algemene kennis en vaardigheden op. In de tweede helft wordt het nog specialistischer. Maar uit alle rapporten blijkt: we zitten in Nederland niet te springen om nog meer superspecialisten, maar vooral om artsen die de veelvoorkomende aandoeningen behandelen en de gangbare operaties kunnen doen."

Maar bij een verkorte opleiding zullen ziekenhuizen minder geld krijgen per kandidaat. "En daarom is dit plan vooralsnog ook onbespreekbaar. Al zullen de problemen onderwerp van discussie blijven."

Foto: Pixabay

Tags: geneeskunde, opleiding, specialist, arts assistent

Reacties

Werner Teeling

Deze afscheidsrede terugkijken? Dat kan: https://www.youtube.com/live/_tzVpam3gNc

Voeg reactie toe

Klik hier voor onze privacyregels

Vanaf januari 2022 plaatst Observant alleen nog reacties van mensen wier naam bekend is bij de redactie.