Dit redactioneel moet op dinsdagmiddag uiterlijk om 16.00 uur klaar zijn. Dan gaat het naar de vertaler. Dus is het handig als ik op maandag aan het einde van de middag een onderwerp heb, meestal brainstorm ik even met collega WD voor wat inspiratie, slaap er een nachtje over, waarna ik dinsdagochtend op de fiets naar het werk (zo’n vijftig minuten) in alle rust de grote lijn bedenk.
Ideale situatie
Maar dit is de ideale situatie. Meer dan eens is dat fietstochtje een stuk minder ontspannen omdat ik nog geen onderwerp heb. Ik stel dan vragen aan mezelf: wat is er de afgelopen dagen bij de Obs gebeurd dat interessant kan zijn voor een groter publiek? Dilemma’s, bijzondere vragen of gekke voorvallen. Uiteindelijk valt me altijd wel iets in, dat moet ook, want niet schrijven is geen optie.
Als ik initialen vermeld, leg ik mijn redactioneel aan de desbetreffende collega voor: is dit oké? Ik kreeg nog nooit een ‘nee’ als antwoord. Niet alles is geschikt voor in de krant, sommige zaken zijn te privé. En bepaalde onderwerpen komen vaker terug, die ga je niet herhalen.
Heuglijke feiten
Eerst wat heuglijke feiten: collega CF was deze week voor het eerst na de zomer bij de redactievergadering. Ze leest Observant inmiddels als een relatieve buitenstaander en dat levert nuttige feedback op: boeiend, luidt haar oordeel over de artikelen waarin studenten praten over hun toekomst. Maar niet alles is top. Zo vindt ze het jammer dat de opvattingen van de politieke partijen over verengelsing en instroom van buitenlandse studenten in de laatste papieren Observant, pas op de laatste pagina staan. Bladert iedereen wel door, vraagt ze zich af. Zijzelf, toch een insider, stopt meer dan eens na het tweepagina-artikel op pagina 6-7.
Ander heuglijk feit: redacteur MT was afgelopen maandag een van de 73 jubilarissen die in het zonnetje werden gezet omdat ze 25 jaar in dienst van de UM zijn. Wij hebben zijn jubileum al voor de zomer met het team gevierd, dus liet MT deze huldiging aan zich voorbij gaan.
Klein leed
Dan de categorie klein leed: er wordt al weken niet meer gepoetst in onze kantoren en op de gang. Hele muizenfamilies zouden inmiddels kunnen leven van alle kruimels die op de grond liggen. De pechvogel (ik noem geen namen) die even op kousenvoeten liep en daarna zijn sokken bekeek, zag met eigen ogen dat dit waar is. Gelukkig zijn er nog geen muizen geconstateerd en maakt een hulpvaardige medewerker van de facilitaire dienst er werk van. Moet goed komen.