Werkweken van 50 uur, collega’s die overspannen zijn en weinig nachtrust. Zo zag het leven van de Venlose Jairo Lommen er een jaar lang uit. Maar hij draaide er zijn hand niet voor om: “Ik geef altijd alles en had hier tenslotte zelf voor gekozen.” In Leuven deed Lommen zijn onderzoeksstage voor de master Biomedical Sciences. Zijn belangstelling voor het menselijk afweersysteem ontstond al tijdens zijn bachelor, toen hij voor zijn scriptie long- en hersenkanker bestudeerde. Via via stuitte hij op een onderzoek naar therapie voor alvleesklierkanker. Lommen: “Er zijn bepaalde afweercellen - zogenoemde T-cellen- die kankercellen herkennen en ze kapot maken. Maar die raken snel uitgeput en gaan dood, omdat er in de tumor te weinig zuurstof en voeding is. Ze worden als het ware ‘uitgezet’. Wij hebben dit ‘uit-knopje’ gevonden, weggehaald en nu blijven de cellen langer leven en vallen ze ook daadwerkelijk de kankercellen aan”, vertelt hij enthousiast.
Muizen
Dit alles testte hij in muizen. Een nuttige ervaring als je een carrière in het onderzoek nastreeft, toch? Lommen is iets minder enthousiast. “Ik vond het prima wanneer de muizen verdoofd waren of al dood, maar soms zag ik ze veel pijn lijden. Dat vond ik dan toch wel moeilijk.” Die pijn had voornamelijk de groep die geen behandeling kreeg, de controlegroep. Bij de andere groep zorgden de ‘gemanipuleerde’ T-cellen voor een halvering van de tumor. Konden deze cellen dan niet de hele tumor weghalen? “Misschien wel, maar dat konden we niet testen. De controlegroep was vanaf de twaalfde dag te ziek om mee door te gaan en dus stopte daar het experiment.”
Grenzen stellen
Met zijn begeleider kon Lommen het goed vinden. Zelfs de hoofdonderzoeker, die “heel streng was tegen iedereen”, mocht de Venlose stagiair wel. “Als je inzet toonde, was het goed.” Dat zat wel snor. Wanneer hij een bak aan kritiek kreeg stortte hij niet in, maar dacht juist “tandje erbij.” Een beetje te, denkt hij nu. Hij heeft er een les uit gehaald: stel je eigen grenzen, een ander doet het niet, zo merkte hij in Leuven. “Uiteindelijk heb je dan misschien een publicatie in een prestigieus journal als Nature , maar als je er helemaal doorheen zit, heb je er nog niks aan.” Voor zijn toekomstige baan wil hij dan ook minder werkdruk, zodat hij er een “normaal leven naast kan leiden.” Een promotie in immunologie, maar niet “het eerste het beste onderwerp en wel toegepast op medicijnen of therapie.” En België is niet voor herhaling vatbaar: “In Nederland zijn de regels voor werk met proefdieren strenger. Daar kan ik me meer in vinden.”