“Van wetenschappers wordt steeds vaker verwacht dat ze hun onderzoeksresultaten delen met de maatschappij”, zegt moderator Frank Kupper. Samen met collega’s van het Athena Instituut van de Vrije Universiteit Amsterdam onderzocht hij hoe wetenschappers de tijd en ruimte kunnen krijgen om dat te doen. Twee jaar geleden presenteerden ze het ministerie van Onderwijs een handleiding met tips en nu is er dit toneelstuk dat al op negen andere Nederlandse universiteiten werd uitgevoerd. Elke keer is het anders: de input komt namelijk van het publiek en de acteurs improviseren.
“Dit is Bartelijn, ze is onderzoeker, in wat?”, vraagt Kupper aan het publiek. “In zwaartekrachtgolven”, antwoordt rector Pamela Habibović. Er klinkt gelach in de zaal waar zo'n dertigtal mensen aanwezig was; niet het makkelijkste onderwerp. Maar gelukkig is er een expert aanwezig. Gideon Koekoek, universitair hoofddocent, doet onderzoek naar zwaartekrachtgolven en houdt zich bezig met de bouw van de Einstein Telescoop. “Zo kunnen we metingen doen tot diep in het universum en krijgen we misschien de kans de oerknaltheorie zelf te onderzoeken.”
Na deze uitleg vervolgt Kupper: “Jullie gaan zo een scène zien waarin Bartelijn, die naast haar onderzoek ook veel tijd besteedt aan wetenschapscommunicatie, onder druk wordt gezet door collega’s die daar niet zo in geloven.” De scène begint. De actrice vertelt enthousiast over haar Einstein Telescoop-podcast, een interview met De Limburger, maar langzaam wordt haar letterlijk de mond gesnoerd door twee medeacteurs. Ze wordt naar de grond geduwd. “De zwaartekracht werkte goed op haar”, grapt Kupper.
In de scènes die volgen komen steeds voor onderzoekers herkenbare situaties naar voren. Bijvoorbeeld een vergadering met de afdeling. De conclusie: het draait alleen maar om wetenschappelijke artikelen publiceren, anders komt er geen geld in het laatje. Halverwege is er een switch: meer aandacht voor communicatie. Maar hoe doe je dat? Een medewerker uit het publiek weet er wel raad mee en mag gelijk meedoen in het stuk.
Habibović steekt haar hand op: “De focus ligt nu alleen op het zenden van informatie, maar we hebben juist input nodig van de gemeenschap.” Een terechte opmerking, vindt Kupper. De laatste scène sluit daar dan ook geheel op aan. “Voor jullie staan drie bewoners uit het gebied waar de enorme ondergrondse Einstein Telescoop moet komen. Ze hebben elk hun eigen belang: de één is blij met het toerisme, de ander bezorgd over het milieu en weer een ander ziet zijn centen liever ergens anders heengaan.” Het publiek wordt verdeeld in drie groepen en gaat in gesprek met de ‘bewoners.’ Dat is nog een hele kluif. “Ik heb het geloof in de wetenschap verloren", roept één van hen.