Beiden hebben dus al een woonplekje bemachtigd. Die zoektocht was niet zo lastig, zegt Van der Molen. “Ik ben al vroeg begonnen met zoeken, nog voor de drukte. Op de dag na mijn eindexamenuitslag – toen ik zeker wist dat ik ging studeren – had ik al een bezichtiging gepland.” Uiteindelijk kwamen ze allebei bij hetzelfde studentenhuis uit, dat ze delen met negen anderen. “Het is er erg netjes”, vertelt Mol. “Niet zo’n rommelig dispuutshuis waar voortdurend huisfeestjes worden gehouden.”
Met traditionele studentenverenigingen en –disputen hebben de twee sowieso niks. Een sportvereniging lijkt hen leuker. “Daar heb je tenminste geen ontgroening – ik ga echt geen goudvis doorslikken of iets dergelijks – of verplichte borrels, maar het is wel lekker sociaal. En je blijft ook nog fit”, zegt Van der Molen. Er is in elk geval keuze genoeg, ontdekte ze vanmiddag op het Sportsevent op Tapijn. “Hockey, tennis, roeien... Ik weet echt nog niet wat het wordt.”
De keuze voor Maastricht als studiestad was minder lastig, vertellen de twee. Ondanks de forse reistijd: Van der Molen komt uit Apeldoorn (zo’n drie uur met de trein) en Mol zelfs uit Leeuwarden (vier uur). “Studeren in Groningen was misschien logischer geweest”, zegt Mol. “Maar de Maastrichtse opleiding sprak me meer aan, je bent hier meer praktisch bezig. En de stad voelt gewoon als het buitenland. De smalle straatjes met kasseien zijn zo mooi.” Ook Van der Molen was meteen verkocht na een meeloopdag. “Alles is hier heel gezellig. Zelfs het accent van mensen.”