De voordelen van de fusie? Er klinkt meteen een economische term: “Economies of scale”, zegt Diederik de Boer, directeur van het Expert Centre on Emerging Economies bij de MSM. In lekentermen: schaalvoordelen. “De MSM kan gebruik maken van de kennis, faciliteiten en het grote Europese netwerk van de UM en daardoor hebben we een veel grotere maatschappelijke impact.” Als voorbeeld noemt De Boer de kennis en kunde van de onderzoeksgroep financiering of het Maastricht Sustainability Institute. Daarnaast kan de MSM aanhaken bij de zogenoemde triple crown accreditatie die de SBE geniet: kwaliteitskeurmerken van drie van de belangrijkste accrediterende instellingen ter wereld.
Contacten
Andersom kan de UM weer haar voordeel doen met het netwerk en de partners van de MSM. Van China tot Colombia, van Koeweit tot Zuid-Afrika en van Roemenië tot Ethiopië: de MSM heeft contacten over de hele wereld. “Een SBE-student is op dit moment in Indonesië bezig met een literatuuronderzoek voor een project van ons”, zegt Huub Mudde, universitair docent en projectconsultant bij de MSM. En het is niet onwaarschijnlijk dat meer en meer onderzoekers en studenten van de UM via de MSM-connecties op universiteiten en bij projecten elders terecht komen, klinkt het.
Bureaucratie
Meer bureaucratie is een van de nadelen als je opgaat in een grotere organisatie. Als het om geld gaat – meer bestuurslagen moeten goedkeuring geven –, maar ook op het gebied van personeelszaken. De Boer: “Wij moesten bijvoorbeeld omschakelen naar het functie-ordeningssysteem (UFO) van de UM.”
De MSM doet veel onderzoek en consultancy-werk in het mondiale zuiden, vaak in landen die door de Nederlandse overheid als ‘oranje’ worden bestempeld. “Kunnen we daar nog wel zomaar naartoe als onderdeel van de UM?” Dat kan, maar dat soort zaken moest eerst uitgezocht worden. En processen duren vaak langer. De faculteit en ‘de Berg’ moeten vaak ook nog hun zegje doen. “Er zijn veel extra vergaderingen”, zegt Mudde.
Internationaal
Opstartproblemen, klinkt het. Want inhoudelijk is het werk niet veranderd, zegt Amy Wang, directeur onderwijs bij de MSM. “We weten wat we doen; daar geloven we in. En de UM ook, omdat wat we doen in lijn is met de strategie van de UM.” Het internationale karakter van het onderwijs bijvoorbeeld, zegt Wang: dat is een van de paradepaardjes van het MSM-onderwijs. Zowel hun bekende MBA (Master of Business Administration) als de kortere programma’s zoals de summer schools zijn “hartstikke internationaal”. Dat geldt voor zowel de studenten als de docenten, vertelt Wang trots. “En dan bedoel ik niet dat het grootste percentage uit Belgen of Duitsers bestaat. Nee, onze klassen bestaan gemiddeld uit meer dan twintig nationaliteiten. Dit zijn studenten tussen de 25 en 45 jaar oud met gemiddeld negen jaar werkervaring. Ons zomerprogramma van vorig jaar bijvoorbeeld bestond uit 120 deelnemers (zelfde profiel als studenten van het MBA-programma) en er zaten 37 nationaliteiten tussen. De 19 docenten hadden bij elkaar elf verschillende nationaliteiten. Zo creëer je een enorm netwerk. Daarnaast leer je over verschillende culturele achtergronden. En misschien nog wel belangrijker: ook over het bedrijfs- en ondernemersklimaat in andere landen.” Mudde vult aan: “We leiden de toekomstige leiders in de globale markt op.”
Eigen broek ophouden
Het merendeel van het onderzoek van de MSM vindt plaats op basis van de consultancyprojecten die het instituut binnensleept. Praktijkgericht onderzoek dus. Ook nu de MSM onderdeel is van de UM blijft dat belangrijk, want het onderzoeksinstituut moet de eigen broek ophouden.
De onderzoeks-/consultancytak van de MSM is hoofdzakelijk actief op vier hoofdgebieden: de ontwikkeling van de agro-industrie, waterbeheer, rule of law en tot slot geestelijke, seksuele en reproductieve gezondheid. Heel belangrijk, benadrukt De Boer: “Onderzoek dat bijdraagt aan de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties.” Deze projecten maken gebruik van het Triple Helix innovatiemodel: samenwerking tussen de academie, de industrie en de overheid.
Impact
Consultants Mudde en De Boer nemen als voorbeeld een project in Rwanda. De MSM werkt al sinds eind jaren 90 in dat land. Het instituut zette daar een trainingscentrum op dat universiteiten en andere onderwijs-/onderzoeksinstellingen ondersteunt om de landbouwsector te verbeteren. Denk aan onderzoek naar hoe je het best aardappelen kunt verbouwen en wat het beste voer is voor gevogelte, legt De Boer uit. “De ervaring leert dat als je je op middelgrote bedrijven concentreert, de economische en maatschappelijke impact het grootst is. Die bedrijven hebben werknemers nodig en halen die uit de regio. Ze richten zich vooral op jongeren tussen de vijftien en 25 jaar. Die arbeidskrachten leren op hun beurt van hun werk en gaan daar vervolgens zelf mee aan de slag.” Zo ontstaat er bedrijvigheid en groeit de economie, klinkt het. Ook de overheid is bij zo’n project betrokken. Vaak zijn dat lokale overheden, maar soms zit de MSM ook met de minister aan tafel. Die kunnen bijvoorbeeld belasting verlagen of vergunningsprocessen vereenvoudigen. Mudde: “We creëren zo een ecosysteem en daarmee bevorderen we in deze regio de duurzame economische ontwikkeling.”