“Weet jij waar je pensioen opbouwt?”
Rob Bauer glimlacht als de verslaggever even diep moet nadenken.
“En weet jij wat er gebeurt met het geld dat je daar inlegt?”
Weer die lach. Punt gemaakt. Wie in Nederland werkt, bouwt verplicht pensioen op bij een pensioenfonds. Maar wie is zich ervan bewust dat dat over pakweg een vijfde van het brutosalaris gaat? Laat staan van hoe en waar een pensioenfonds dat geld belegt en hoe duurzaam dat al dan niet gebeurt?
Duurzaam beleggen
Bauer, hoogleraar Institutioneel Beleggen aan de School of Business and Economics, is geïnteresseerd in het thema duurzaam beleggen. Dat laatste klinkt nu vanzelfsprekend, “maar jaren geleden werd ik met name in het vakgebied Finance nog weggelachen als ik erover begon”. Sindsdien is er veel veranderd: “Institutionele beleggers zoals pensioenfondsen zijn duurzaam beleggen serieuzer gaan nemen sinds de klimaattop van Kopenhagen in 2009. Ze zijn ethische keuzes gaan maken, bijvoorbeeld om niet meer in de tabaksindustrie te beleggen.”
Pensioendeelnemers hadden tot voor kort echter weinig of geen invloed op zulke besluiten, zegt hij. Er bestaan onderzoeken naar hun voorkeuren, maar die gaan vaak niet over duurzaamheid of zijn methodologisch twijfelachtig. “In 2018 spraken de Nederlandse pensioenfondsen in een convenant af hun deelnemers te vragen naar het draagvlak voor duurzaam beleggen”, vertelt Bauer. “Mijn toenmalige collega’s Tobias Ruof en Paul Smeets en ik zijn daarop gaan brainstormen over hoe dat dan moet, want de échte voorkeuren van mensen meten, is ingewikkeld.”
De toets der kritiek
De drie ontwikkelden een vragenlijst én vonden een pensioenfonds waar ze die aan de deelnemers mochten voorleggen: het Pensioenfonds Detailhandel, een van de tien grootste van Nederland. Bauer zit er sinds 2009 als onafhankelijk adviseur in de beleggingscommissie en het fonds is een partner van zijn vakgroep. “We konden dit onderzoek daar doen omdat ze me kennen en vertrouwen”, zegt hij. “Maar het is onafhankelijk uitgevoerd en kan de toets van de wetenschappelijke kritiek doorstaan”, benadrukt hij. “Het is gepubliceerd in een toptijdschrift, de Review of Financial Studies.”
Bereid te betalen
Het fonds liet al drie van de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN meewegen in zijn beleggingskeuzes, ‘Eerlijke werk en economische groei’, ‘Klimaatactie’ en ‘Vrede, justitie en sterke publieke diensten’. Centraal stond de vraag of die uitgebreid moesten worden met een vierde, ‘Verantwoorde consumptie en productie’. Ook zou met meer bedrijven waarin belegd wordt over hun duurzaamheidsbeleid gesproken moeten worden en zouden die gesprekken intensiever worden. “Het bestuur zegde van tevoren toe het antwoord op die vraag uit te zullen voeren. Detailhandel is bij mijn weten het eerste pensioenfonds ter wereld dat zijn deelnemers een bindend referendum over een deel van zijn duurzaamheidsbeleid voorlegde.”
De uitkomst van dat referendum was helder: 68 procent van de deelnemers stemde voor een duurzamer beleid, slechts 10 procent tegen. Ook als men verwachtte dat duurzamere beleggingen een lager rendement zouden opleveren, was nog steeds 58 procent voorstander. “De keuze voor meer duurzaamheid hing sterk samen met de maatschappelijke en politieke voorkeuren van de deelnemers”, ontdekten Bauer en zijn collega’s. “En men bleek ook nog eens best bereid om voor die keuze te betalen.”
Verandering
Naar aanleiding van het onderzoek ging het fonds met meer bedrijven in dialoog over duurzaamheid. In 2019 waren dat er 568, 44 procent meer dan in ‘referendumjaar’ 2018. “En dat aantal is daarna op dat niveau gebleven”, zegt Bauer. Dat maakt nieuwsgierig naar ‘het effect van het effect’: leverden al die gesprekken ook daadwerkelijk iets op? “Daar is niet specifiek naar gekeken”, zegt Bauer, “maar uit ander onderzoek weten we dat dit soort engagement bij een op de vijf bedrijven iets verandert. Daarom kijkt het fonds nu of je per saldo niet meer bereikt als je met een kleiner aantal bedrijven nog intensievere gesprekken voert.”
Groter gewicht
Het pensioenfonds Detailhandel voerde ook een niet-bindende uitkomst van het onderzoek uit. Driekwart van de deelnemers wilde dat er meer belegd zou worden in bedrijven die goed scoren op de genoemde vier duurzame ontwikkelingsdoelen. Die bedrijven kregen daarop een groter gewicht in de beleggingsindex van het fonds, al moet het bestuur zich volgens Bauer “afvragen of dat voldoende was”.
De Maastrichtse economen zagen ook een neveneffect van hun onderzoek. “Een tiental andere pensioenfondsen wilde dat wij soortgelijk onderzoek bij hen zouden doen. Daar hadden we de tijd niet voor. Wel hebben we de deelnemersonderzoeken van drie van die fondsen op grond van onze ervaringen tegen het licht gehouden. Dat is ook impact, ja, want al te vaak gebruiken fondsen nog een standaard vragenlijst van bedenkelijk niveau. Onze opmerkingen hebben echt iets veranderd.”