Van de verschillende studies in haar proefschrift Beyond dis-ease and dis-order springt er één uit, vindt Anne Marsman, die promoveerde op de langdurige gevolgen van jeugdtrauma's. Ze schotelde proefpersonen twee testen voor. Bij de een moesten ze onder tijdsdruk zoveel mogelijk woorden onthouden, bij de ander kregen ze pijnlijke stroomstootjes toegediend via een elektrode aan de wijsvinger. Ondertussen mat Marsman de spanning in de monnikskapspier, een maat voor de hoeveelheid stress.
"Wat ik bijzonder vind", zegt Marsman, "is dat je de impact van ingrijpende gebeurtenissen in de jeugd kunt aantonen op het niveau van het lichaam, hoe het op stress reageert. Zo vonden we een verhoogde stressreactie en zagen we dat pijnprikkels harder binnenkomen bij mensen met een traumatische geschiedenis.”
En hier gaat het om gezonde proefpersonen, benadrukt Marsman. “Bij mensen die misbruikt of verwaarloosd zijn en echt zijn vastgelopen op hun trauma’s, is die lichamelijke spanning en gevoeligheid voor stress nog veel hoger. En als je dan bedenkt met hoeveel stress we elke dag te maken hebben... Zeker in de onvoorspelbare tijden waarin we nu leven. We realiseren ons te weinig hoe groot die impact is."
Immuunsysteem
Van alle Nederlanders maakt 50 tot 80 procent ooit een of meerdere ingrijpende gebeurtenissen mee, zegt Marsman. "Van deze groep ontwikkelt zo’n 14 procent een posttraumatische stressstoornis."
In haar proefschrift draait het om "overweldigende voorvallen in de jeugd, die een kind niet kan bevatten. Er kan sprake zijn van dreiging, van mishandeling, of juist van het ontbreken van iets, van verwaarlozing, armoede."
Eind jaren negentig drong voor het eerst door hoe verwoestend die ervaringen kunnen zijn voor de mentale en lichamelijke gezondheid op latere leeftijd. De Amerikaanse internist Vincent Felitti maakte toen de resultaten van zijn inmiddels klassieke ACE-studie bekend, een onderzoek waarin medische gegevens werden gecombineerd met een vragenlijst over zogeheten adverse childhood experiences (ACE). Daaruit bleek dat deze jeugdtrauma's sterk samenhingen met ziekten op latere leeftijd zoals kanker, hart- en vaatziekten, depressie en verslaving.
Marsman: "Langdurige, verhoogde stress ontregelt onder meer het immuunsysteem en de hormoonhuishouding en activeert constant het zenuwstelsel. Dan is het niet gek dat daar nog veel meer fysieke klachten uit voortvloeien."
Spraakcentrum
De ACE-studie is in veel landen herhaald en steeds met dezelfde uitkomsten. Schokkend was dat bijna een kwart van de deelnemers drie of meer traumatische gebeurtenissen meldde. "Ze bleken vaak voor te komen in clusters. Als je bijvoorbeeld opgroeit met een ouder met een psychische aandoening, dan is de kans op armoede, verslaving of agressie in het gezin ook groter. En als een kind wordt misbruikt, is er vaak meer aan de hand dan alleen dat."
Dat trauma's in het lijf zitten, betoogt ook de Nederlands-Amerikaanse onderzoeker psychiater Bessel van der Kolk, wiens boek The body keeps the score (2014) al drie jaar in de New York Times bestsellerlijst staat. "Toen ik dat boek las, dacht ik: zo is het!"
Marsman, die zelf terugkijkt op een traumatisch verleden, waarin ze op haar 13e een eetstoornis ontwikkelde, geeft een concreet voorbeeld. "Al jaren zijn er dingen waarover ik niet kan praten, ook niet in therapie. De woorden komen gewoonweg niet. En toen las ik in Van der Kolks boek dat het spraakcentrum in de hersenen kan uitvallen als mensen denken aan het trauma. Dat zag hij in de scanner. Het lichaam weigert gewoonweg."
Lichaamswerk
In de GGZ overheersen de cognitieve therapieën, waarin het accent ligt op praten en denken. Marsman, zelf psycholoog, pleit voor meer aandacht voor het lichaam tijdens (trauma)behandelingen. "Het is belangrijk om mensen bewust te maken van wat er in hun lijf gebeurt. Als je boos of verdrietig bent, voel je dat ergens in je lichaam. Dan ligt er een steen op je maag of zit er een knoop in je buik. Als je bang bent, dan zit je ademhaling vast. Wanneer je leert te ontspannen, kan die angst afnemen. Zo kun je met je lichaam je geest beïnvloeden. Maar voor mensen met een traumatisch verleden is dat vaak niet genoeg. Die moet je helpen om zich weer veilig te voelen in hun lijf, hun gevoelens te verdragen, stress te reguleren. Dat lukt niet met alleen praten.”
Bij een eetstoornis bijvoorbeeld wordt vaak ingezoomd op het gedrag, de calorieën, de kilo's. "Maar een eetstoornis gaat over veel meer dan dat, heeft vaak ook met trauma te maken. Wat mij betreft moet het veel meer gaan over de betekenis van klachten en gedrag. En over de relatie met je lijf. Wat is daar zo moeizaam aan? Waarom voel je de verbinding niet, of wil je die niet voelen?”
Methoden die onder 'lichaamswerk' vallen kunnen erg waardevol zijn, ze worden alleen door verzekeraars niet vergoed wegens te weinig wetenschappelijk bewijs. "Ik vind dat moeilijk te begrijpen, ook omdat ik de meerwaarde zelf zo aan den lijve ervaar. Veel behandelaren zweren bij EMDR, maar dat werkt niet voor iedereen. Sta open voor alternatieven en respecteer de ervaringen van patiënten, ook de lichamelijke!"