Marcelis kwam na de zomer in de knel na anonieme klachten over een onveilig opleidingsklimaat en werd daarna door de Eindhovense GGZ-instelling GGzE op non-actief gesteld. Ook aan de Universiteit Maastricht kwamen klachten binnen en is een onderzoek gestart. Collega's van Marcelis lieten ondertussen hun ongenoegen blijken. Zo meende psychiater Jim van Os dat Marcelis het slachtoffer is van een wraakactie door één psychiater-in-opleiding. Dezelfde man die eerder door alle opleiders ongeschikt is bevonden voor het vak.
Nieuwe gezichten
Ondanks het eerdere besluit van de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) om de opleiding op te doeken, mag die bij nader inzien toch voortbestaan. Voorlopig voor één jaar, waarna de RGS opnieuw de balans opmaakt. "De GGzE ziet het als een beloning en waardering voor het harde werk", zegt woordvoerder Noud Bex. "En dan doel ik op de nieuwe maatregelen die we hebben genomen, waaronder de aanstelling van een onafhankelijke vertrouwenspersoon."
Voor de opleiders, onder wie Marcelis, is in die hoedanigheid volgens de RGS geen plek meer aan de instelling. Vindt de GGzE dat ook? Bex: "Ze hebben in goed overleg met de GGzE hun taken neergelegd. Bij een nieuwe opleidingscultuur horen nieuwe gezichten. Niet zo vreemd, toch?"
Reflectie
"Het doet pijn", zegt Van Os in een post op LinkedIn, "dat drie goede opleiders worden opgeofferd". En dat dit onder de noemer wordt geschaard van "hoe fantastisch hard de GGzE wel niet heeft gewerkt om de noodzakelijke verbeteringen door te voeren".
De RGS greep aanvankelijk hard in en schrapte de opleiding. Een paar weken later bleek de toezichthouder in gesprek te willen met de Eindhovense instelling en vorige week kwam men terug op het besluit om de opleiding op te heffen.
Wat is hier misgegaan, vraagt Van Os zich af. "En waarom is het juridische bolwerk van de RGS niet in staat tot enige reflectie en biedt zij geen excuses aan als zij fouten maakt?" Van Os dringt bovendien aan op een procedure voor anonieme klachten waarbij oog is voor de veiligheid van de melder én van de opleider. Want wie staat er anders nog te springen om opleider te worden?
Anoniem
De RGS laat per mail weten dat ze grondig onderzoek heeft gedaan en “niet zomaar handelt op anonieme meldingen. Overigens waren de melders (uiteindelijk) voor ons niet anoniem. In het kader van het onderzoek is met hen persoonlijk gesproken. Zij wilden zich niet verder bekend maken en dat heeft de RGS gerespecteerd.”
En wat de excuses betreft: de toezichthouder vindt niet dat er iets is misgegaan. “Het oordeel was stevig maar passend. Aan de GGzE is in korte tijd echter veel verbeterd. Daarom heeft de RGS besloten om, anders dan zij van plan was, de erkenning voor één jaar te verlenen.”