Op 22 oktober publiceerde actiegroep FOM een bericht op Instagram, gebracht als een brief aan de UM: “de verdediger van aanranders, aanvallers en verkrachters”. Aanleiding is het verhaal van een studente die volgens FOM het slachtoffer is van seksueel ongewenst gedrag. Ze zou tevergeefs bij de universiteit hebben aangeklopt voor hulp. Wat er precies is gebeurd en waar het voorval heeft plaatsgevonden, of het bijvoorbeeld op UM-terrein was, en op welk punt de UM steken zou hebben laten vallen, blijft onduidelijk. In de wandelgangen wordt verteld dat het gaat om een uitwisselingsstudente. FOM wil de casus niet toelichten in verband met “vertrouwelijkheid”. Bovendien heeft het bestuur van FOM besloten geen interviews meer te geven aan Observant. De actiegroep lag een aantal maanden geleden in de clinch met de redactie naar aanleiding van het taalgebruik in een nieuwsartikel.
Demonstratie
Inmiddels heeft het bericht van FOM – ruim vijfduizend likes – geleid tot het bekladden van UM-gebouwen met posters en, afgelopen maandagavond, tot een door FOM georganiseerde demonstratie voor het bestuursgebouw aan de Minderbroedersberg (zie foto). Zo’n honderd tot 150 mensen kwamen erop af, vooral studenten. Op borden en spandoeken stonden leuzen als: ‘UM teaches rape culture’ en ‘Protect your students, not your reputation’. Leden van FOM namen om beurten het woord, net als vertegenwoordigers van Black Lives Matter en de Internationale Socialisten Zuid-Limburg. De beschuldigingen aan het adres van de UM werden nogmaals herhaald: de UM geeft alle ruimte aan daders en laat slachtoffers in de kou staan. Er zouden volgens sommige sprekers tal van incidenten hebben plaatsgevonden die de universiteit doelbewust onder het tapijt heeft geveegd. Bewijs of onderbouwing gaven ze niet. Over het gesprek dat FOM een paar uur eerder had met collegevoorzitter Rianne Letschert werd met geen woord gerept.
Open brief
Ook twee docenten maken zich zorgen over “het structurele karakter van seksueel geweld binnen de UM-gemeenschap” en de naar hun zeggen lakse respons hierop. Stephanie Blom en Job Heusschen, beiden werkzaam bij het University College Maastricht, namen het initiatief tot een open brief. Deze werd maandagmiddag (ondertekend door nog zestien medewerkers) verzonden aan Letschert, rector Pamela Habibović en Margriet Schreuders, directeur van het studentenservicecentrum. Hun boodschap is in lijn met die van FOM: “stop met mooie praatjes” en investeer in fatsoenlijke hulp en preventie van seksueel geweld.
Heusschen haalt een studie aan die in 2020 is uitgevoerd door een groep Maastrichtse onderzoekers onder zo’n 2500 studenten: Sexual violence and sexual harassment among Maastricht University. Bijna de helft zegt enige vorm van seksueel geweld of intimidatie te hebben ervaren tijdens de studietijd. “94 procent weet dat de UM hulp biedt, maar minder dan 5 procent maakt er gebruik van. Dan is het toch duidelijk dat de UM er niet in slaagt om een fatsoenlijk systeem van support op te zetten? Mensen weten wel dat de UM iets doet, maar ze weten vaak niet welke weg bewandeld moet worden.” Volgens Blom geeft in de studie ook een groot deel van de studenten aan dat zij geen vertrouwen hebben in de aangeboden hulp. Of ze hebben er nare ervaringen mee, weet Heusschen uit persoonlijke gesprekken.
De uitkomsten van de Maastrichtse enquête werden vorig jaar november gepresenteerd tijdens een conferentie waar Letschert een manifest tegen seksueel geweld tekende, opgesteld door Amnesty. “Wat stelt zo’n manifest nu voor als je er niet naar handelt?”, zegt Heusschen. Hij en Blom zouden graag zien dat er een sexual violence response coördinator wordt aangesteld.
Solidair
Waarom kozen de docenten voor een open brief die ze naar collega’s stuurden met de vraag om te ondertekenen en niet voor een gesprek met het college van bestuur? “Om de getroffen studenten het gevoel te geven dat er stafleden zijn die hen wel serieus nemen, naar hen luisteren, en zich solidair met hen willen (en durven) verklaren”, aldus Blom. Bovendien ziet ze geen heil in een gesprek: “Veel stafleden zijn de afgelopen jaren al keurig bij Letschert op kantoor geweest om te komen praten over dit probleem, om vervolgens na een uurtje weer buiten te staan met de boodschap dat ze het erkent, maar geen geld en overige middelen vrij kan en wil maken.”
Daar is de collegevoorzitter het niet mee eens. Wat de ondersteuning voor studenten betreft, is “de capaciteit van de studentenpsychologen uitgebreid”. Ook is er geïnvesteerd in het centraal klachtenpunt voor medewerkers, het Concerns & Complaints Point. Zo hebben de ombudsfunctionaris en vertrouwenspersonen meer uren gekregen. Daarnaast is er een extra fulltime medewerker aangesteld op het gebied van sociale veiligheid. Ook is er veel geld uitgetrokken voor de Leiderschapsacademie, zegt Letschert, “waar sociale veiligheid een verplicht onderdeel is”.
Gedeelde agenda
FOM is op uitnodiging van Letschert wel het gesprek aangegaan, afgelopen maandagmiddag. Volgens haar hebben de studenten en het college van bestuur een “gedeelde agenda” als het gaat om preventie. De actiegroep wil dat de UM meer doet aan het voorkomen van seksueel geweld. Bijvoorbeeld door verplichte workshops aan te bieden aan alle studenten. “Ik heb hen uitgelegd dat ik me daar best in wil verdiepen, maar dat het verplichtende karakter ook weerstand wekt.” Aan de UM liep een tijd geleden een pilot: de zogeheten Flip-the-Script/EAAA training. Daarna is die nog incidenteel, slechts op vrijwillige basis, gegeven. Vrouwelijke studenten leren hierin onder andere “potentieel gevaarlijke situaties te herkennen”, ze te “de-escaleren en zich zo nodig te verdedigen”, staat op de site van de UM.
Opsporing
Waar Letschert en FOM het in elk geval níet over eens zullen worden: de wens van FOM dat de collegevoorzitter seksueel geweld vaker veroordeelt, de universiteit zelf bewijsmateriaal gaat toetsen en daarbij bijvoorbeeld schorsing van studenten overweegt. “Dit is lastig voor een universiteit die geen opsporings- of onderzoeksbevoegdheid heeft. En om een student weg te sturen heb ik goede gronden nodig.” Slachtoffers kunnen bij de UM terecht bij de vertrouwenspersoon. Daarnaast is er de mogelijkheid om aan te kloppen bij het Centrum Seksueel Geweld Limburg, gevestigd in Maastricht. Dat biedt gespecialiseerde forensische, medische en psychologische hulp. Letschert: “Ik merk dat veel studenten daar niet van op de hoogte zijn. Dus wat communicatie betreft hebben we nog wat te doen.”
Dat de UM slachtoffers in de kou laat staan, ontkent ze. “Ik realiseer me maar al te goed wat het betekent als je als slachtoffer je aanvaller tegenkomt op de universiteit, op straat, of waar dan ook. Ik weet van Margriet Schreuders [directeur van het studentenservicecentrum, red.] dat, als men dat wil, rekening wordt gehouden met de roostering. Ook biedt de UM alternatieve woonruimte aan als slachtoffer en dader in hetzelfde huis wonen.” Volgens Letschert vergt hulp altijd maatwerk. “Wel ben ik me ervan bewust dat we zeker voor internationale studenten een stapje extra moeten zetten. Zij zijn hier in Maastricht, zonder netwerk.”